Image
reddingsstrook

Bestuurders die op de snelweg in de file staan, moeten voortaan een brede strook vrijlaten voor de hulpdiensten. Het principe van de 'reddingsstrook' wordt opgenomen in het Belgische verkeersreglement.

Bestuurders die op de snelweg in de file staan, moeten voortaan een brede strook vrijlaten voor de hulpdiensten. Het principe van de 'reddingsstrook' wordt opgenomen in het verkeersreglement.


Volgens de Belgische wegcode (artikel 38) moet elke weggebruiker onmiddellijk de doorgang vrijmaken voor en voorrang verlenen aan een prioritair voertuig dat zijn sirene gebruikt. Maar hoe dat moet gebeuren, schrijft de huidige wegcode niet voor. Wanneer de snelweg geblokkeerd is door een ongeval, weten bestuurders in de file vaak niet wat te doen als ze een sirene horen. Dat lijdt voor de hulpdiensten tot kostbaar tijdverlies.


In meerdere Europese landen (Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg, Tsjechië, Hongarije en Zwitserland) werd daarom het principe van de 'Rettungsgasse' ingevoerd: een vrije doorgang voor prioritaire voertuigen tussen rijstroken in een file. Op 11 juni 2020 keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel goed dat het vormen van een reddingsstrook verplicht maakt. Sinds 1 oktober moet je een reddingsstrook vormen op alle wegen: zowel autosnelwegen als andere wegen, zelfs binnen de bebouwde kom.

Hoe werkt een reddingsstrook?

Het principe van een reddingsstrook is erg eenvoudig. Zodra op een weg met meerdere rijstroken een file ontstaat, moeten bestuurders spontaan een reddingsstrook vormen. Dat dient dus te gebeuren nog voor je de sirene van een prioritair voertuig hoort.

Zo vorm je een reddingsstrook
Om de doorgang vrij te maken moeten de bestuurders op de linkerrijstrook naar links uitwijken en de bestuurders op de andere rijstroken naar rechts.

Het is voor elke bestuurder ook meteen duidelijk naar waar hij moet uitwijken. Op een tweevaksbaan moeten de bestuurders op de linkerrijstrook zoveel mogelijk naar links uitwijken en de bestuurders op de rechterrijstrook zoveel mogelijk naar rechts. Op een baan met drie of meer rijstroken moeten bestuurders op de linkerrijstrook zoveel mogelijk naar links uitwijken en bestuurders op de andere rijstroken zoveel mogelijk naar rechts.


Voor motorrijders verandert er niets; zij mogen in een file nog altijd tussen de voertuigen door rijden als er plaats is, of de reddingsstrook gebruiken. Zij dienen uiteraard wel tijdig plaats te maken om doorgang te verlenen aan prioritaire voertuigen.


Waarom niet de pechstrook?

Sinds 2014 mogen prioritaire voertuigen voor dringende opdrachten op de pechstrook rijden, maar dat is vaak niet de snelste of veiligste route naar een incident. Om te beginnen staan er op de pechstrook (de naam zegt het zelf) soms voertuigen met pech of liggen er hindernissen (verloren lading, resten van kapotte banden) die de vrije doorgang belemmeren. Verder wordt de pechtstrook regelmatig onderbroken voor op- en afritten, en houdt hij soms op vlak voor een brug. Daardoor zou een prioritair voertuig dat op de pechstrook rijdt telkens moeten afremmen en invoegen tussen de stilstaande voertuigen op de rechterrijstrook.

Bovendien wordt de pechstrook in een file meestal aan het zicht onttrokken door een muur van stilstaande vrachtwagens. Bestuurders op de andere rijstroken zouden dan wel de sirene horen maar het prioritaire voertuig niet kunnen zien, wat voor verwarring kan zorgen.


De reddingsstrook werkt

Heeft een reddingsstrook ook echt nut? Het Nederlandse Instituut voor Fysieke Veiligheid heeft dat onderzocht. De reddingsstrook levert een beperkte tijdwinst op voor de hulpdiensten. Maar het grootste voordeel is dat alle weggebruikers weten wat er van hen verwacht wordt. Daardoor worden onverwachte of conflicterende reacties vermeden en daalt de kans op ongevallen met prioritaire voertuigen.

Wat vindt Touring hiervan?

Ondanks de reeds gevoerde voorlichtingscampagnes zijn veel weggebruikers misschien nog niet op de hoogte van de nieuwe regel. Touring nodigt de autoriteiten dan ook uit om de situatie op het terrein op de voet te volgen en te evalueren. Er zijn namelijk ongetwijfeld plaatsen waar de weg niet breed genoeg is om een reddingsstrook te voorzien. Wat moet er in zo’n geval gebeuren? Die vraag blijft voorlopig onbeantwoord.

In ieder geval is het nodig om de mensen te sensibiliseren! Via signalisatie op het wegdek of op borden bijvoorbeeld, met name op plaatsen waar zich dagelijks files vormen.

Het is ook belangrijk dat de informatie over deze maatregel verspreid wordt in andere landen. België is immers een transitland waar heel veel buitenlandse voertuigen doorheen rijden. En dat betekent natuurlijk dat iedereen het spel moet meespelen. Want als er ook maar één auto niet uit de weg gaat, blijft de reddingsstrook ijdele hoop.

Wil je meer weten? Lees hier ons persbericht over dit onderwerp.