Jérôme D’Ambrosio, van Formule 1 naar Formule E

Wat zijn de uitdagingen in de categorie FIA Formule E. Waarom gaat ze een veelbelovende toekomst tegemoet? Belgisch piloot Jérôme D’Ambrosio vertelt er ons alles over.

In 2014 sluit Jérôme D’Ambrosio zich, na een korte tussenstop in de Formule 1, aan bij het FIA Formule E-kampioenschap. Formule E richt zich op de ontwikkeling en innovatie van elektrische racewagens en is zonder twijfel dé automobielsport van de toekomst.

Jérôme D’Ambrosio verduidelijkt: ‘’ Formule E ontwikkelt zich als discipline snel in de juiste richting. Het is een categorie die volop evolueert en die erg gewaardeerd wordt. Bovenal is het echter een categorie die zinvol is in onze huidige maatschappij, of het nu gaat over een race in het centrum van de stad of over de ontwikkeling van elektrische wagens.‘’

Formule 1 in de toekomst

De overgang van Formule 1 naar een elektrische racewagen was geen makkelijke zaak. Toch kan D’Ambrosio de technische aspecten en de impact op de toekomst van deze sportcategorie ten zeerste waarderen.  ‘’In andere, meer klassieke disciplines van de automobielsport, staat het spektakel van racewagens die elkaar op de circuits tegen hoge snelheden uitdagen, centraal. In de Formule E trachten we met een andere visie en strategie dieper in te gaan op de technologie van de racewagens. Snelheid en prestatie zijn geen prioriteiten meer. De autofabrikant investeert hier in een ontwikkeling die zinvol is voor de toekomst. We moeten de technologie en de visie op mobiliteit in het algemeen herzien.’’

De race naar innovatie

Al is Formule E pas aan zijn derde seizoen toe, toch is het overduidelijk dat deze discipline meer en meer interesse opwekt bij de autofabrikanten. Renault en Audi waren vanaf de lancering van het kampioenschap aanwezig. Sinds 2016 staat ook Jaguar mee aan de startlijn. En BMW maakt zich klaar om tijdens het volgende Formule E-seizoen zijn intrede te maken.

Formule E is, volgens de autofabrikanten, het ideale platform om elektrische wagens die bestemd zijn voor het toerisme, te ontwikkelen. Bij het begin van elk nieuw seizoen wordt er trouwens iets nieuws opgenomen in het reglement. Tot op heden hadden de piloten twee racewagens nodig om de ePrix uit te rijden. In 2017-2018 komt daar verandering in: vanaf dan is slechts één enkele racewagen per piloot en per race toegelaten. De teams staan dus voor een mooie uitdaging, vooral wat betreft de opdrijving van de prestaties en de autonomie van de batterijen. Want - niet onbelangrijk - op termijn zullen ook de wagens van particulieren uitgerust worden met deze batterijen.

100% enthousiast over de elektrische motor

De elektrische motor heeft Jérôme D’Ambrosio zowel op circuits als erbuiten kunnen overtuigen. ’’Tussen twee seizoenen in hou ik enorm van karting. Zo blijft mijn fysieke en mentale conditie op niveau. Ik heb een elektrische kart in Genk die veel meer vermogen heeft dan om het even welke andere kart. Het vermogen telt ongeveer 45 kw, wat overeenkomt met 60 cc. Dat is dubbel zoveel als het vermogen van de racewagen waarmee ik het wereldkampioenschap won in 2002! Mijn kart trekt heel snel op maar draait minder toeren.’’

Onze Formule E-piloot is thuis in de wereld van de technologie en stelt vast dat elektrische motoren veel efficiënter zijn, al blijft de autonomie een belangrijk aandachtspunt. ‘’Elektrische wagen hebben een veel hogere acceleratiesnelheid dan wagens die uitgerust zijn met een verbrandingsmotor. In de toekomst zal dit vooral op het vlak van optreksnelheid tot uiting komen’’, besluit D’Ambrosio.