Image
Verkeersregels voor motorfietsers
Voor bestuurders van motorfietsen gelden in de meeste gevallen dezelfde verkeersregels als voor automobilisten, maar het verkeersreglement bevat toch een aantal regels die specifiek op "motards" van toepassing zijn.

Lichten

Motorfietsers moeten overdag hun lichten gebruiken : vooraan het dimlicht en achteraan het rode licht. De andere lichten mogen enkel 's nachts of bij beperkte zichtbaarheid gebruikt worden.

Waar moeten motorfietsers rijden ?

Motorfietsers moeten zoals automobilisten op de rijbaan rijden. Ze mogen dus niet op het fietspad.

Anders dan automobilisten mogen ze nochtans wel rijden op de busstrook en op de "bijzondere overrijdbare bedding", indien het symbool van de motorfiets op de betrokken verkeersborden is aangebracht. Dat symbool kan ook op de busstrook of –bedding zelf geschilderd zijn.

Image
F17 F18

Motorfietsers zijn ook niet verplicht zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan te rijden. Op een weg zonder rijstroken mogen ze de ganse breedte van de weg gebruiken indien het een weg is met eenrichtingsverkeer, en de volledige rechterhelft van de rijbaan indien het een weg met verkeer in beide richtingen betreft.

Motards mogen zelfs zigzaggen op het weggedeelte waar ze op mogen rijden, of in de rijstrook die ze gebruiken. Dit wordt niet als een manoeuvre beschouwd en moet niet met de richtingaanwijzers aangekondigd worden.

Ze mogen zo nochtans niet de achteropkomende bestuurders hinderen die met inhalen begonnen zijn.

Ze mogen evenmin al zigzaggend van rijstrook veranderen, want dat blijft ook voor hen een manoeuvre. Bovendien moeten ze in principe in de rechterrijstrook rijden, tenzij wanneer volgens de gewone verkeersregels een andere rijstrook mag of moet gebruikt worden.

Filteren

Bij het inhalen moeten motards de gewone regels respecteren, maar er is wel één uitzondering voorzien : bij traag of stilstaand verkeer mogen ze tussen 2 files of rijstroken rijden. Dat wordt dan niet als "inhalen" beschouwd.

Maar ze mogen dan niet sneller dan 50 km/u mogen rijden en bovendien het snelheidsverschil met de ingehaalde voertuigen niet meer dan 20 km/u bedragen.

Op autosnelwegen en autowegen mag enkel tussen de twee meest links gelegen rijstroken gereden worden.

Inhalen tussen twee files of rijstroken blijft nochtans strikt verboden bij het naderen van een onbewaakte oversteekplaats voor voetgangers of voor fietsers.

Parkeren

De gewone parkeerregels die voor auto's gelden zijn ook van toepassing op motorfietsen, maar daarnaast zijn nog een aantal bijkomende mogelijkheden voorzien :

- motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen hoeven niet evenwijdig met de rand van de rijbaan te staan; ze mogen ook haaks op de rand opgesteld worden op voorwaarde niet voorbij de eventuele parkeermarkering uit te steken.

- een motorfiets mag ook buiten de rijbaan of de parkeerstrook geparkeerd worden, b.v. op een trottoir of een verhoogde berm, op voorwaarde dat de andere weggebruikers er niet door worden gehinderd.

- binnen een afgebakend parkeervak dat voor één auto bedoeld is mag men meerdere motorfietsen parkeren; indien er betalend parkeren van toepassing is moet dan slechts voor één moto betaald worden.

- de regels van de blauwe zone gelden niet voor moto's; de parkeertijd is er voor hen niet beperkt en het gebruik van een parkeerschijf is niet verplicht.

Parkeerplaatsen kunnen voor motorfietsen gereserveerd worden met een verkeersteken E9i, maar moto's mogen ook geparkeerd worden op plaatsen aangeduid met een bord E9b.

Image
e9i en e9b

Bescherming

De bestuurder en de passagier(s) – kinderen zowel als volwassenen -  zijn verplicht een valhelm te dragen(*). De valhelm moet voorzien zijn van een goedkeuringsmerk, tenzij het gaat om een maat waarvoor geen goedkeuring vereist is.

Ze moeten ook handschoenen dragen, een jas met lange mouwen en een lange broek of een overall, evenals laarzen of bottines die de enkels beschermen.

 (*) Niet verplicht op motorfietsen die een passagiersruimte hebben en waarbij de bestuurder en de passagier beschermd zijn met een veiligheidsgordel of een kinderbeveiligingssysteem

Passagiers

Er mogen niet meer personen op een motorfiets plaatsnemen dan het aantal plaatsen die er voor zijn voorzien.
De "amazonezit" is verboden en passagiers moeten de voeten op de voetsteunen laten rusten.
Op motorfietsen van meer dan 125 cm3 mogen kinderen van minder dan 8 jaar enkel vervoerd worden in een geschikt kinderbeveiligingssysteem dat in een zijspanwagen is geplaatst.
Op  motorfietsen tot 125 cm3 mogen kinderen van 3 tot minder dan 8 jaar vervoerd worden op voorwaarde dat ze in een geschikt kinderbeveiligingssysteem zitten. Onder de 3 jaar mag het enkel in een zijspanwagen.

Lading

De lading van een motorfiets, met of zonder aanhangwagen, mag vooraan nooit voorbij het voertuig uitsteken. Achteraan mag de lading niet meer dan 50 cm uitsteken en de breedte van het voertuig, lading inbegrepen, mag niet meer dan 1,25 m bedragen. Bij een motor met zijspanwagen mag de breedte van de lading ten hoogste 30 cm meer bedragen dan de breedte van het voertuig.
Een motor met zijspan mag geen aanhangwagen trekken, tenzij indien het zijspanwiel uitgerust is met een rem.

Verkeersborden

Het verkeersreglement bevat eigenlijk maar twee verkeersborden die alleen op motorfietsers van toepassing zijn, namelijk het teken C7 en E9i. Maar opgepast : sommige borden waarop een personenauto staat afgebeeld zijn ook van toepassing op motorfietsers. Dit is o.m. het geval voor het inhaalverbod opgelegd door het bord C35 en voor het parkeerbord E9b.

Image
verkeersborden

Motorfietsers in groep

Voor motorfietsers die in groep rijden zijn enkele aparte regels voorzien. Ze mogen bijvoorbeeld "geschrankt"  evenwijdig aan elkaar in dezelfde rijstrook rijden en onder bepaalde voorwaarden kunnen wegkapiteins het verkeer in de dwarswegen stilleggen .

Meer inlichtingen daarover kan u telefonisch bekomen bij onze dienst TouringInfo (tel.: 02.286.33.84 – van 9 u tot 12 u en van 14 u tot 17 u).