De impact voor wagenparken

De federale Arizona-regering geleid door Bart de Wever heeft al heel wat belangrijke beslissingen genomen, niet in het minst op het vlak van mobiliteit en bedrijfswagens. En ook de gewestregeringen vaardigen nieuwe regels uit. We geven dan ook graag een overzicht van de belangrijkste maatregelen die de komende maanden een impact zullen hebben op de bedrijven en hun wagenparken.

Let wel, het gaat hierbij telkens om projecten. De voorstellen in kwestie zijn nog niet goedgekeurd, en vooraleer ze worden omgezet in wetteksten, moeten ze eerst nog besproken worden met de sociale partners en de vertegenwoordigers van de sector. Het kan dus nog enkele maanden – of zelfs jaren – duren voordat ze van kracht worden en de uiteindelijke versie kan ook verschillen van de voorstellen hieronder.

Goed nieuws voor plug-inhybrides!

De Arizona-regering heeft besloten om de wet-Van Peteghem terug te schroeven, die de fiscale voordelen van plug-inhybrides (PHEV) sterk zou beperken. De bestaande fiscale aftrekbaarheid zou hierdoor gegarandeerd blijven tot eind 2027. Tot dan geldt voor alle nieuwe plug-inhybrides die ondernemingen inschrijven dus nog altijd een maximale fiscale aftrekbaarheid van 75%. In 2028 zal die zakken naar 65% en in 2029 naar 57,5%. Ander belangrijk element: de percentages gelden gedurende de volledige gebruiksduur van het voertuig door dezelfde eigenaar of huurder. Bovendien blijft de minimale CO2-bijdrage behouden voor deze wagens, die op dat vlak dus hetzelfde behandeld worden als 100% elektrische voertuigen.

Op die manier wordt de energietransitie wat minder bruusk voor de ondernemingen en kunnen de werknemers vooral ook blijven kiezen voor plug-inhybrides totdat het aanbod aan betaalbare, 100% elektrische wagens met voldoende rijbereik wat groter wordt.

Merk op dat ook de brandstofkosten van plug-inhybrides voor 50% fiscaal aftrekbaar blijven tot eind 2027. Voor elektrische laadbeurten geldt dezelfde aftrekbaarheid als voor de autokosten hierboven. Er is nog niet aangegeven wanneer de nieuwe regels van kracht zouden worden, maar we verwachten dat de maatregel snel zal worden doorgevoerd om de aftrekbaarheid onder de wet-Van Peteghem te vervangen.

Verplicht mobiliteitsbudget voor iedereen

De regering wil het mobiliteitsbudget vereenvoudigen en uitbreiden. Voortaan moet elke onderneming die werknemers een bedrijfswagen aanbiedt, ook een alternatief aanbieden in de vorm van een mobiliteitsbudget. De werknemer kan dat budget op verschillende manieren inzetten dankzij de drie pijlers voorzien in het federale mobiliteitsbudget:

• Pijler 1: Keuze voor een kleinere of minder vervuilende bedrijfswagen dan het huidige model.
• Pijler 2: Keuze voor alternatief vervoer. Dat kan zowel het openbaar vervoer zijn als de fiets, een abonnement op een deelwagen of -fiets, te voet gaan enz. Het mobiliteitsbudget kan echter ook worden gebruikt om de huur of de hypothecaire lening te betalen als de werknemer op maximaal 10 km van de werkplek woont. Momenteel is die laatste optie overigens de populairste keuze voor het mobiliteitsbudget.
• Pijler 3: Op het einde van het jaar een bedrag ontvangen dat gelijk is aan het niet-gebruikte mobiliteitsbudget.

Doelstelling van deze maatregel? De mobiliteit flexibeler maken en afstemmen op ieders behoeften. Om het bestaande systeem te vereenvoudigen zal het nieuwe mobiliteitsbudget ook de regelingen vervangen waarbij de werkgever betaalt voor het woon-werkverkeer en de privéverplaatsingen van de werknemer. Het nieuwe systeem krijgt bovendien een fiscaal gunstregime om het zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De maatregel kan door de vele mobiliteitsmogelijkheden op veel enthousiasme rekenen bij de werknemers, maar de werkgevers maken zich ongerust. Heel wat kmo’s hebben namelijk vragen bij de extra administratieve last die door deze maatregel wordt veroorzaakt.

Nieuwe stimuli voor elektrische mobiliteit

De regering voorziet ook een aantal maatregelen om de algemene overstap naar elektrische mobiliteit te bevorderen. Een ervan is een hogere fiscale aftrek voor elektrische bestelwagens en elektrische vrachtwagens. De maatregel zal verder worden bestudeerd zodra er op de markt voldoende betaalbare en haalbare alternatieven beschikbaar zijn voor professioneel gebruik. Arizona wil bovendien de regels vereenvoudigen op het vlak van retrofitting (de ombouw van voertuigen met een verbrandingsmotor naar 100% elektrische voertuigen) en een sociaal leasingsysteem aanbieden om elektrische mobiliteit betaalbaar te maken voor kleinere budgetten.

In tegenstelling tot het sociale leasingsysteem in Frankrijk, dat voor iedereen gold en een financiële aderlating was voor de staat, zou het de bedoeling zijn dat enkel werknemers zonder bedrijfswagen en met een beperkt inkomen ervan kunnen gebruikmaken.

Tot slot zal ook carpoolen worden aangemoedigd. De nieuwe federale regering wil de fiscale aftrekbaarheid van carpooling beschikbaar maken voor alle werknemers en niet alleen voor wie bij een bedrijf werkt dat officieel gebruikmaakt van dat systeem.

Wallonië: vernieuwde belasting op de inverkeerstelling

Wat de Waalse regering betreft, hadden we al een hervorming aangekondigd van de BIV (belasting op de inverkeerstelling). Klinkt bekend in de oren? Dat kan kloppen. De vorige minister van Mobiliteit, Philippe Henry (Ecolo), had enkele maanden geleden namelijk al een hervorming doorgevoerd, maar daarover ontstond commotie door de grote impact op vrachtwagens, ook als die 100% elektrisch waren. Daarom heeft zijn opvolger, François Dequesnes (Les Engagés), een aangepaste versie uitgewerkt, die van kracht wordt op 1 juli 2025. De nieuwe regel voorziet een eenvoudige forfaitaire korting van € 250 op de nieuwe bedragen voor grote gezinnen. Voor eenoudergezinnen geldt de korting ook, maar pas vanaf 1 januari 2026. Voor elektrische voertuigen wordt aan de nieuwe berekening van de BIV een correctiecoëfficiënt toegevoegd van 0,08 voor middelgrote en gezinswagens. Of met andere woorden: er verandert vrijwel niets.

Vlaanderen: laadpalen, maar niet tegen elke prijs

In Vlaanderen wil de regering de ontwikkeling van openbare laadinfrastructuur beter structureren door het toenemende aantal elektrische (bedrijfs)wagens op onze wegen. De steden en gemeenten zouden verplicht worden om locaties te vinden voor nieuwe infrastructuur, bijvoorbeeld op openbare parkings of parkeerterreinen van supermarkten.

Conclusie: goede en minder goede elementen

Sommige van de maatregelen bieden meer flexibiliteit en ondersteunen de energietransitie, terwijl andere beslissingen, zoals het behoud van de fiscale voordelen voor PHEV’s, daar tegenin gaan. Toch belooft er de komende jaren heel wat te bewegen in de Belgische mobiliteit!