Image
Alternatieve fietsassen
Touring stelt plan voor alternatieve fietsassen voor, zodat er geen rijstroken hoeven te verdwijnen op de grote verbindingswegen.


Touring is voorstander van de plannen van het Brussels Gewest om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven. Maar omdat dit volgens de mobiliteitsorganisatie niet ten koste hoeft te gaan van de andere weggebruikers, komt Touring met een alternatief en realistisch plan op de proppen.


Tijdens de coronacrisis werd de Brusselse ruimte sterk uitgebreid met bijkomende infrastructuur voor fietsers en voetgangers, zodat die zich op een veilige manier kunnen verplaatsen. Op de grote invalswegen rond de stad verdwenen rij- en parkeerstroken, om zo 40 kilometer aan extra brede fietspaden te voorzien. Zo tracht de overheid het openbaar vervoer te ontlasten en de fiets verder te stimuleren voor korte verplaatsingen.


Ook Touring is voorstander van meer en veilige ruimte voor de actieve verplaatsingsvormen, maar niet tot elke kost. “De infrastructuur moet beantwoorden aan criteria als gezondheid, veiligheid en luchtkwaliteit, maar ook aan het belang van een goed draaiende economie”, vertelt Danny Smagghe, woordvoerder van Touring. “Daarom is het zeer belangrijk dat hoofdassen hun capaciteit voor gemotoriseerd verkeer maximaal kunnen behouden om een vlotte doorstroming voor Brusselaars en pendelaars te garanderen. Het uiteindelijke doel moet immers een vlotte doorstroming zijn voor álle weggebruikers.”


Secundair wegennetwerk

“Opstoppingen zijn een bron van agressie en conflictsituaties tussen de verschillende verplaatsingsvormen. Bovendien zijn ze nefast voor de luchtkwaliteit en de veiligheid. Het is dus belangrijk om (bijkomende) infrastructuur te oriënteren naar een secundair en intelligent wegennet”, zegt Touring.


Daarom werd het expertisebureau Stratec ingeschakeld, om na te denken over de opportuniteit van een secundair wegennetwerk voor actieve verplaatsingsmodi. Dit netwerk bestaat uit aan de hoofdwegen parallelle wegen waar het verkeer minder druk is en die als fietsstraat kunnen worden ingericht en/of als straat met ‘uitgezonderd plaatselijk verkeer’. Dat zou volgens Touring een groot aantal conflictsituaties vermijden.


Alternatieve fietsassen

Er werden in totaal 20 assen van het Gewestelijke fietsroutenetwerk geselecteerd (zie afbeelding), en de 5 belangrijkste werden in een rapport van naderbij onderzocht. “Het zijn assen met veel verkeer en opstoppingen, maar waarvoor een alternatief niet te veel investeringen of aanpassingen vraagt en haalbaar is”, legt Danny Smagghe uit.

alternatieve assen voor fietsers
In het rood de vijf bestudeerde assen.


De vijf bestudeerde assen:

  • Wetstraat en Kortenberglaan; alternatief: Renaissancelaan, Kortenberglaan, Stevinstraat, Phillips de Goedestraat en Jozef II straat
  • Sylvain Dupuislaan en de Maria Groeninckx-De Meylaan; alternatief: Jozef Bracopslaan en voetgangers-fietspad op de Shakespearlaan
  • Louis Schmidtlaan; alternatief: Vrijwilligerslaan, Baron Castrolaan, Eskaderstraat en de Dekenstraat
  • Keizer Karellaan; alternatief: Van Overbekelaan, Oude Pastoriestraat, Maria van Hongarijelaan, Nestor Martinstraat en dan een deel van het fietsGEN L50
  • Lambermontlaan; alternatief: Gen. Eisenhowerlaan, Azalealaan, Van Vollenhovenlaan, Betrandlaan, Voltairelaan, Metsystraat, E. Verboeckhovenplein en Portaalsstraat.


Deze assen werden gekozen op basis van het gebrek aan veiligheid en de verkeersintensiteit op de hoofdas. Maar ook op basis van de bereikbaarheid van het alternatief en in welke mate dit traject hetzelfde vertrek- en aankomstpunt heeft als de hoofdas. Er werd ook rekening gehouden met de wegkwaliteit, de afstand en de verkeersdrukte. De alternatieve routes zijn volgens Touring weliswaar iets minder rechttoe rechtaan voor de fietsers, maar daarom niet noodzakelijk veel langer. Bovendien zouden ze vaak veiliger zijn, doordat er geen geparkeerde auto's staan, het wegdek er beter is en er minder kruispunten overgestoken moeten worden.


Vertrekpunt voor dialoog

Met dit onderzoek toont Touring aan dat er wel degelijk alternatieven zijn voor fietsers en voetgangers, zonder dat er rijstroken hoeven te verdwijnen op de grote verbindingswegen. “We hopen dat deze studie het vertrekpunt kan zijn om op een constructieve manier betrokken te worden bij het debat, zodat we kunnen komen tot een evenwichtige oplossing waar elke verplaatsingsvorm zich in kan vinden”, besluit Danny Smagghe.