Niet efficiënt uitvoerbaar, niet fair naar de eigenaars toe en evenmin doeltreffend: Touring analyseert het plan van de Brusselse Regering om SUV’s te penaliseren of te bannen uit de stad.

Brussel, 2 augustus 2023. Als het van Brussels Minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt afhangt, betaal je binnenkort meer om een SUV te parkeren in de stad dan wat je betaalt voor een berline, een hatchback of een break. Dat is toch de richting die een onderzoek in haar opdracht zou moeten uitgaan. Er wordt zelfs gekeken of deze voertuigen ‘carrément’ uit de stad geweerd moeten worden wegens “te groot, te zwaar, te gevaarlijk en te vervuilend”. Touring is benieuwd hoe dat idee uitwerking kan krijgen en wat de factuele onderbouwing ervan is. Het voorstel riekt alvast onfris en lijkt vooral op niet veel meer dan SUV-bashing en een nieuw rondje automobilisten pesten.

Uit de Euro NCAP veiligheidstesten blijkt alvast dat auto’s van het SUV type dat in Europa populair is, gemiddeld hoegenaamd niet slechter scoren dan andere auto’s op het gebied van de bescherming van zwakke weggebruikers. Ook veiligheidsinstituut VIAS vond in een analyse van ongevallen geen aanleiding om het koetswerktype SUV te koppelen aan een groter risico voor zwakke weggebruikers. Laat het nu net dat aspect zijn dat voor tegenstanders van dit voertuigtype de hoofdreden is om de strijd met SUV’s aan te gaan.

Op het vlak van uitstoot en energieverbruik is wat onder de motorkap zit belangrijker dan de koetswerkvorm. Waarom zou je een elektrische SUV niet willen in de stad en een thermische berline of break wel, om het scherp te stellen. Al zeker omdat ook het verhaal van maten en gewichten rammelt langs alle kanten. Een SUV is vaak korter dan een break uit dezelfde voertuigklasse bijvoorbeeld. En de paar centimeter extra grondspeling en hoogte, hinderen die echt in het parkeerbeleid? En over gewicht gesproken: wat dan met de extra kilo’s die elektrische auto’s in de weegschaal leggen vergeleken met een auto met verbrandingsmotor. Kortom: je kan de stelling “klein en licht is schoon en zuinig” hoegenaamd niet verengen tot een SUV-ban.

De gebruikerskant dan: grote gezinnen, die een grote auto nodig hebben, zouden naar verluidt een vrijstelling of een tegemoetkoming krijgen. Voor hen mag een SUV wel nog. Alsof je gezinssituatie één op één je vervoersnoden bepaalt. En nog: linkt het beleid de verplaatsingsnoden (en –rechten) van zijn burgers echt nog steeds aan de traditionele gezinsmodellen? Verrassend toch. 

Touring is duidelijk: de aan- of ontmoediging van bepaalde voertuigen of voertuigtypes moet volgens onze mobiliteitsorganisatie aan drie basiscriteria voldoen. Ter eerste moet de aan- of ontmoediging gebaseerd zijn op feitelijke criteria, ten tweede moet zij de keuzevrijheid respecteren en mag zij niet leiden tot kosten (waarde- en gebruiksverlies van het voertuig) die de baten (milieuwinst, veiligheidswinst) overtreffen. (Die disproportionaliteit dient zich trouwens ook aan bij de verdere verstrenging van de lage-emissiezones) En, last but not least, moet de aan- of ontmoediging inzake de keuze van een bepaalde auto gebeuren op het moment van aanschaf, en niet plotsklaps tijdens de gebruikscyclus bij zijn eigenaar. 

Hoe je die voorwaarden verenigt? Met een groene autofiscaliteit natuurlijk. Een fiscaal kader dat de keuze voor een schoon voertuig echt bevoordeelt. Dat fair is, helder en voorspelbaar, en gebaseerd op objectieve criteria eerder dan op het verschil tussen wat vaak niet veel meer is dan de visuele verschijningsvorm van een auto. Als we daar eens mee begonnen?