Elektrisch rijden botst op toenemende prijsbarrière

Elektrisch rijden is in 2022 duurder geworden. De aanschafprijs van de gemiddelde elektrische auto ging omhoog, terwijl ook de gebruikskosten flink stegen door de fors hogere energieprijzen. Dat helpt natuurlijk niet om de Belg enthousiast te maken voor emissievrij rijden. Vandaag staat 1 Belg op drie negatief ten opzichte van elektrisch rijden en heeft slechts 1 op 4 de intentie om binnen dit en 5 jaar een elektrische auto aan te schaffen. Dat blijkt uit de Elektrisch Rijden Monitor die mobiliteits-organisatie Touring vandaag publiceert.

Maar niet alles is kommer en kwel: er is een aanzienlijke ‘fanbase’ voor elektrisch rijden: 42% van de Belgen staat er positief tegenover en 32% is overtuigd dat elektrische rijden echt wel iets voor hen zou zijn. Ook het modelaanbod, het rijbereik en de laadinfrastructuur ontwikkelen zich duidelijk in de goede richting. Dat zijn stuk voor stuk elementen die de consument als essentieel beschouwt om vertrouwen te krijgen in elektrisch rijden.

Lage positieve attitude, te hoge prijs

42% van de Belgen staat positief ten opzichte van elektrisch rijden en ruim een kwart van de Belgen (26%) heeft de intentie om binnen dit en 5 jaar een vol-elektrische auto aan te schaffen. Anderzijds stelt 38% dat elektrisch rijden niet voor hen is weggelegd en staat 32% er ronduit negatief tegenover. Daarmee scoort ons land niet zo best in de internationale vergelijking: enkel in Frankrijk ligt de positieve attitude ten opzichte van elektrisch rijden nog net wat lager (41%).

Het grootste obstakel om elektrisch te gaan rijden is de aanschafprijs. De Belg wil weliswaar meer uitgeven aan een elektrische auto dan aan een benzinewagen, maar met een gemiddelde investeringsbereidheid van 27.000 euro spring je niet ver op de markt van elektrische auto’s. In de top-20 van meest verkochte elektrische modellen past er zelfs geen enkele in de categorie tot 30.000 euro en zijn er slechts twee die een prijskaartje tussen 30.000 en 40.000 euro hebben. Al de rest zit daarboven.

De markt voor elektrische auto’s ontwikkelt zich nochtans behoorlijk snel. Maar dan wel in de hogere prijssegmenten, bij gebruikers die een hogere aanschafprijs aankunnen. Dat zijn in de eerste plaats de auto’s van bedrijven. Daar werkt het fiscale kader aanmoedigend. Voor Touring is het duidelijk: een sterk fiscaal signaal is en blijft nodig zodat meer particuliere autogebruikers de stap naar emissievrij rijden kunnen zetten.

Wat vraagt de consument?

Een aankoopsubsidie noemt de Belg de belangrijkste maatregel om de verkoop van elektrische auto’s aan te jagen. Ook een vrijstelling van inschrijvings- en verkeersbelasting staat hoog op het verlanglijstje van de consument, net als een eigen laadplek thuis of op het werk. Opvallend is dat ook de onzekerheid of het elektriciteitsnet wel voldoende robuust is, meespeelt in de beslissing om al dan niet elektrisch te gaan rijden.  

Positief: meer rijbereik, meer laadpalen

De consument vindt het rijbereik van e-auto’s erg belangrijk. Momenteel haalt de gemiddelde elektrische auto zowat 350 km op een lading. Toch droomt de autokoper van meer en wenst hij 400 kilometer of meer te kunnen rijden voor de accu’s helemaal leeg zijn.

Een  andere positieve ontwikkeling is die van het aantal publieke laadpalen. Ons land telt er momenteel meer dan 24.000, dat is 1 laadpaal per drie elektrische auto’s. Die verhouding komt in de buurt van de situatie in Nederland, de koploper op dat vlak.

Volgens Joost Kaesemans van Touring moeten rijbereik en laadinfrastructuur samen gezien worden: “Hoewel elektrische auto’s steeds verder komen op een lading, wenst de automobilist een nog groter rijbereik van zijn e-auto. Maar dat betekent dan weer grotere accupacks en dus zwaardere en duurdere voertuigen. Terwijl de aankoopprijs nu al het grootste obstakel is. Die vicieuze cirkel kunnen we doorbreken mits een dekkend en robuust netwerk van laadpalen. De verhouding tussen het aantal publieke laadpalen en het aantal elektrische auto’s is in ons land lang niet slecht in vergelijking met andere landen in Europa. Maar het moet nog beter. Touring vraagt in de eerste plaats meer snellaadstations. Daarvan zijn er nu een 1000-tal terwijl het er in Nederland al meer dan 4000 zijn.”

Een internationale vergelijking

Het consumentenonderzoek voor de Elektrisch Rijden Monitor is uitgevoerd in 10 Europese landen. Nederland en Denemarken zijn koplopers als het gaat om elektrisch rijden. Het aantal elektrische voertuigen beslaat daar  respectievelijk 3,7 en 4 procent van het totale wagenpark. In België is dat 1,2%.

 

Raadpleeg hier de infografiek over elektrisch rijden

 

Verantwoording

Met de Elektrisch Rijden Monitor maakt mobiliteitsorganisatie Touring het perspectief van de Belgische automobilist inzichtelijk. De uitkomsten bieden belangrijke aanknopingspunten voor een succesvol vervolg van de transitie naar duurzame mobiliteit die in ons land en in Europa is ingezet.

De Elektrisch Rijden Monitor is uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel in 10 Europese landen. In België hebben 1.668 mensen meegedaan aan het onderzoek. Het gaat om respondenten tussen de 18 en 70 jaar, met een representatieve verdeling naar geslacht, leeftijd, regio en inkomen. Het veldwerk vond plaats in het najaar van 2022.

Via het European Alternative Fuels Observatory (EAFO) werden data verzameld over elektrisch rijden, zoals het aantal elektrische auto’s en het aantal (snel)laadpunten. Deze data verkrijgt EAFO met name van overheden en brancheorganisaties.