Mémorandum federaal

Touring vraagt doordachte en aanvaardbare maatregelen inzake verkeersveiligheid, mobiliteit, milieu en fiscaliteit

 

De maatregelen die een regering neemt op het vlak van mobiliteit, verkeersveiligheid, milieu en (auto)fiscaliteit hebben een directe invloed op het dagelijkse leven en de koopkracht van de burger. Mobiliteit is een basisrecht voor elke burger. Het vrije verplaatsen door mensen op de manier en met de middelen die ze zelf kiezen of een combinatie van deze middelen in een systeem van co-modaliteit is het uitganspunt voor onze acties. De auto is nog steeds voor veel Belgen een onmisbaar werkinstrument om hun verplaatsingen op een flexibele manier te realiseren. Maar een auto delen met anderen komt de mobiliteit ten goede. Het overstappen van het ene vervoermiddel naar het andere moet worden aangemoedigd door de drempel zo laag mogelijk te maken. De versnippering van de bevoegdheden inzake mobiliteit, verkeersveiligheid en infrastructuur noopt echter tot de opmaak van een globaal masterplan, waarin alle facetten aan bod komen.

 

VERKEERSVEILIGHEID door OPLEIDING

Iedere menselijke activiteit houdt het risico in dat er wat fout loopt; in het verkeer is dat niet anders.

Risico’s voorkomen en beperken is de boodschap. Preventiebeleid en handhaving moeten hand in hand gaan om te komen tot meer verkeersveiligheid. Logica in de wet, op de weg en bij de handhaving is nodig. Een logische en geloofwaardige reglementering en controle zal leiden tot een veel groter respect van de weggebruiker voor deze reglementering. Touring ijvert, samen met de International Automobielfederatie FIA? voor vijfsterrenchauffeurs in vijfsterrenvoertuigen op vijfsterrenwegen. Alleen een efficiënte combinatie van deze drie aspecten kan leiden tot minder verkeersslachtoffers. Via het onderwijs en via de rijopleiding kunnen kandidaat bestuurders in een vroeg stadium verkeersveilig gedrag worden aan geleerd en bewustmaking van de geldende verkeersregels. Er moet dus zeker meer worden geïnvesteerd in educatie dan vandaag het geval is. Dat moet in samenwerking met de gewesten, die de bevoegdheid hebben hierover.   

 

De verkeerswet:

Een hele rist wijzigingen en aanpassingen van de wet hebben elkaar in sneltreintempo opgevolgd. De laatste bijsturingen gebeurden met meer intensieve medewerking en op advies van Touring. Maar het toepassen van de wijzigende verkeersregels op het terrein blijkt zelfs voor de bevoegde diensten vaak een probleem te vormen. Daarom moet de vereenvoudiging van het verkeersreglement op basis van de bestaande teksten worden voortgezet.

Daarnaast stellen we vast dat de toepassing van de regels ingevolge de gemeentelijke autonomie niet steeds leidt tot een betere verkeersveiligheid en mobiliteit. Omdat verkeersleefbaarheid door de burger vaak eng lokaal wordt bekeken (in zijn straat dient traag gereden maar hij rijdt minder traag in andermans straat), treffen gemeentebesturen, op vraag van die lokale burgers, soms maatregelen die het algemeen belang niet ten goede komen. Wegen, fiets- en voetpaden lijken daardoor vaak eerder op een hindernissenparcours met bloembakken, onreglementaire  verkeersdrempels en slecht uitgewerkte as-verschuivingen, die niet zonder gevaar zijn voor de weggebruiker. Daartussen laveren werkt de stress en de agressie in het verkeer (en een hogere milieu-uitstoot) in de hand.

Alhoewel de lokale verkeersleefbaarheid zeker van belang is, mag het algemeen belang van een vlotte en veilige mobiliteit niet uit het oog verloren worden.

Een lokaal beleid moet worden aangespoord maatregelen te nemen die gericht zijn op het zoveel mogelijk vermijden van conflictsituaties tussen de verschillende gebruikers van de weg. Voetgangers, fietsers en motorvoertuigen zouden zoveel mogelijk hun eigen plaats moeten krijgen en afhankelijk van de functie van de weg moet er meer of minder ruimte toegekend worden aan deze of gene weggebruikerscategorie.

 

De handhaving:

Een hoge graad van handhaving is op zich positief. We stellen echter vast dat controles soms onlogisch zijn en gebeuren op plaatsen en uren die weinig te maken hebben met onveiligheid.

Net zoals de herwerkte verkeerswet geleid heeft tot meer logica, vraagt Touring ook meer logica te hanteren bij de toepassing van de regels op de weg en bij de handhaving ervan. Controles moeten worden geconcentreerd op plaatsen waar ze werkelijk bijdragen tot het verhogen van de verkeersveiligheid. Logische snelheidslimieten zullen meer respect afdwingen bij de voertuigbestuurder op plaatsen waar een (veel) lagere snelheidslimiet echt nodig is. Geloofwaardige spelregels hebben ontegensprekelijk een algemeen sensibiliserend effect en komt dus de algehele verkeersveiligheid ten goede.

Een opdrijving van het aantal controles op zich is belangrijker op plaatsen waar de zwakke weggebruikers samen deelnemen aan het verkeer met voertuigen of in de buurt van risicoplaatsen zoals scholen. Meer controles, die de schrik om betrapt te worden vergroten, is belangrijker dan het bedrag van de boete die daaruit voortkomt.   

Touring heeft intussen bekomen dat een bestraffing zal kunnen gebeuren op basis van een betere informatisering en performante databanken ter ondersteuning van politiediensten en politierechtbanken. Op die manier kunnen recidivisten veel strenger aangepakt worden. Touring vraagt aan de politierechtbanken om gebruik te maken van de mogelijkheden die de aangepaste wet voorziet om zware verkeerscriminelen strenger te straffen. Uitwisseling van gegevens tussen de verschillende gerechtelijke instanties moet verder worden geperfectioneerd. Verdere digitalisering wordt dan ook sterk aangeraden.    

In diezelfde context dienen politierechtbanken erover te waken dat de rechten van de burger gevrijwaard blijven. Wie denkt onterecht of onjuist te zijn beboet, moet dit via de politierechtbank kunnen aankaarten. Het fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden waaraan elke veroordeelde een verplichte bijdrage  bovenop elke correctionele veroordeling betaalt, moet veel meer worden ingezet voor het verlenen van hulp aan verkeersslachtoffers (en niet aan slachtoffers van misdaden die op andere fondsen beroep kunnen doen) en voor de rijopleiding van jongeren.

 

Voorkomen van ongevallen door efficiënte opleiding

Preventief beleid hangt samen met de veiligheid van het voertuig, van de infrastructuur en met een veilig verkeersgedrag van alle categorieën weggebruikers.  

Door de laatste wijzigingen van de reglementering rond de rijopleiding werd deze geprofessionaliseerd en dat is een goede zaak voor de verkeersveiligheid. Bedoeling is dat we bestuurders met meer bagage aan het verkeer kunnen laten deelnemen en dat was niet het geval met de vorige opleiding: (Terwijl in andere EU-staten de klemtoon ligt op een doorgedreven professionele rijopleiding (inclusief rijvaardigheidsopleiding), werd hier de klemtoon gelegd op de prijs van de rijopleiding. De opleiding moest goedkoop zijn, beperkt tot een zestal uren in de rijschool en werd verder in handen gegeven van om het even wie die acht jaar over een rijbewijs beschikt. Er werd geen enkele garantie ingebouwd dat deze begeleider zelf een bekwaam, veilig en ervaren chauffeur is die zich bewust is van de gevolgen voor de kandidaat-chauffeur indien zijn begeleiding niet optimaal is).

Het proces is nog niet af en de opleiding moet verder worden verfijnd en geperfectioneerd. De gewesten zijn hiermee belast en mee bezig. Minpunt is dat we nu een verschillende opleiding zullen krijgen naargelang het gewest. Touring waarschuwt in dit kader voor rijopleiding-toerisme. De gewesten moeten dus onder leiding van de federale overheid samenzitten om een en ander af te stemmen. 

Ook de hervorming van het rijexamen is in dezelfde zin belangrijk.  

Touring vraagt om met de rijschoolsector te blijven overleggen over de inhoud van een kwalitatieve rijopleiding en om terzake kwaliteitsnormen in te stellen die regelmatig geëvalueerd worden. Het is een feit dat de opleiding moet gekoppeld worden aan uitgebreide tests op het terrein en aan het beheersen van het voertuig in verschillende omstandigheden.

De overheid kan fiscale maatregelen overwegen om de kosten voor een rijopleiding draaglijker te maken. Dit kan via rijopleidingscheques uit het Verkeersveiligheidsfonds, via fiscale aftrek op het belastingformulier of via het systeem van 1 euro/dag (cfr Frankrijk) waarbij de kandidaat-chauffeur een banklening aangaat die hij a rato van 1 euro/dag afbetaalt en waarvoor de interest betaald wordt door de regering. Touring vraagt dat de nieuwe regeringen ter zake de nodige fiscale tegemoetkomingen voorzien.

In dat kader is het goed dat er nu een hervormde rijopleiding voor motorrijders is gekomen. Dat kan er alleen maar voor zorgen dat men met meer “ervaring” en “inzicht” aan het verkeer deelneemt.

Touring is geen voorstander van een rijbewijs met punten indien het zou gaan om een zogenaamd ‘blind systeem’ waar de overtreder geen enkele mogelijkheid heeft om zich te verantwoorden of te verdedigen. Daarom moet het toekennen van strafpunten of het afnemen van punten gebeuren door een zitting in de rechtbank met de betrokkenen.

 

Analyse van ongevallen

Indien men een performant verkeersveiligheidsbeleid wil voeren, is het de logica zelve dat men de oorzaken van ongevallen ten gronde analyseert. Alleen aan de hand van deze gegevens kan men aanpassingen aan infrastructuur of aan verkeersregels op een correcte manier doorvoeren. Vandaag is het verklaren van ongevallen vaak nattevingerwerk. “Het slachtoffer verloor de controle over het stuur” is een algemene verklaring maar niemand kan zeggen of dit het gevolg was van een tekort aan rijervaring, aan het overschatten van de eigen rijkunst, van een te hoge snelheid, van het onvoldoende functioneren van een remsysteem, van een slecht aangelegde bocht …

Touring vraagt daarom dringend werk te maken van de oprichting van een onafhankelijk Instituut voor Ongevallenanalyse.

 

Federale Commissie Verkeersveiligheid

De leden van deze commissie verzetten veel werk maar al te vaak kregen ze onvoldoende tijd om de reglementering grondig te analyseren en bij te sturen of werden hun adviezen in het verleden vaak genegeerd. Touring vraagt dat de federale commissie nieuw leven wordt ingeblazen, dat het werkkader duidelijk wordt omschreven en dat de samenstelling wordt geëvalueerd zodat er een gezond evenwicht ontstaat

De commissie zou zich vandaag in de eerste plaats moeten buigen over een analyse van de bestaande verkeersreglementering met de bedoeling verder te vereenvoudigen.

 

Buitenlandse weggebruikers

Buitenlandse weggebruikers dienen zeker in rekening te worden gebracht voor een efficiënte scholing. Vaak kijken zij op een andere manier naar verkeer en mobiliteit.

Er is bovendien een neveneffect: tal van buitenlanders die hier gedomicilieerd zijn rijden jarenlang rond met buitenlandse nummerplaten waardoor ze hier geen autobelastingen betalen en ook geen technische controle te hoeven ondergaan in ons land. Maar de kans is groot dat ze zich in het verkeer meer onveilig gedrag permitteren, omdat ze denken minder snel te worden geïdentificeerd voor een sanctionering. Dat verdient een verdere opvolging en de lokale politiecontrole moet er ook op gericht zijn om auto’s hier te laten inschrijven.

 

MOBILITEIT

Via een dozijn verschillende taksen spenderen automobilisten een fors deel van hun gezinsbudget voor hun mobiliteit per auto. Wat zij terugkrijgen blijft echter te pover: de investeringen in een veiliger en meer structureel onderhouden infrastructuur worden nu wel sneller doorgevoerd, maar het grootste deel van wat de automobilist opbrengt gaat nog steeds naar investeringen die niets met mobiliteit of verkeersveiligheid te maken hebben.  

Omdat infrastructuur in hoofdzaak een gewestelijke bevoegdheid is, vindt Touring het toch belangrijk dat de federale overheid - meer dan voorheen - overlegt met de gewesten teneinde de mobiliteit, die van kapitaal economisch en sociaal belang is, in goede banen te leiden. Mobiliteit stopt niet aan de gewestgrenzen en ook niet aan landsgrenzen.  

Daarom is het nodig om de budgettaire achterstand van de gewesten op dit vlak verder weg te werken. Van de 17 miljard euro die de automobilisten in 2017 betaalden aan de Staat, bleef het grootste gedeelte nog steeds in federale handen terwijl de gewesten de grootste investeringen voor het wegvervoer doen. Indien men het onderhoud, de vlotheid en de veiligheid van onze infrastructuur wil verhogen, zullen daarvoor meer gewestelijke investeringen nodig zijn. Een verdere overheveling van deze middelen naar de Gewesten blijft nodig. Het landelijk invoeren van een intelligente kilometerheffing waarbij de inkomsten terugvloeien naar investeringen in mobiliteitsoplossingen is voor Touring zeker bespreekbaar.  

Het gebruik van de bestaande wegcapaciteit optimaliseren, het scheiden van lokaal en doorgaand verkeer, het uitbreiden van de wegcapaciteit op een paar cruciale snel- of ringwegen, het wegwerken van de beruchte knelpunten, het wegwerken van de missing links, het gebruik van telematica voor een vlottere verkeersbegeleiding en de uitbouw van een vlot en veilig fietsroutenetwerk moet prioritair worden voortgezet. Ook het verhogen van de complementariteit tussen privé- en openbaar vervoer dient verbeterd. Men kan immers niet verwachten van de automobilist dat hij overschakelt naar trein of metro indien er geen veilige en gratis parkings in de buurt zijn waar hij zijn auto kan achterlaten. Er dient ook te worden gezorgd voor meer en efficiëntere anti-conflict maatregelen die vooral het toenemend aantal fietsers en voetgangers ten goede komt. In dat kader is de wenselijkheid van het zogenaamde STOP-principe perfect te verdedigen op voorwaarde dat men rekening houdt met de functie indeling van de (weg)infrastructuur.

Maar er is uiteraard meer nodig om de files te verminderen. Bedrijven kunnen worden aangemoedigd om te investeren in deelfietsen of andere alternatieven voor de auto, zoals thuiswerk of telewerk. De overheden kunnen dit fiscaal stimuleren. En waarom niet elke grote onderneming een plan van aanpak te laten opmaken om de files te verminderen?

De ontwikkeling van applicaties die weggebruikers helpen om hun verplaatsing te plannen, te ‘reserveren’ en uit te voeren met de best te verkiezen modi kan ook door de overheden worden gesteund. De vele startups die applicaties ontwikkelen kunnen zeker elke (financiële) steun gebruiken. Touring geeft hier zelf het voorbeeld door de ontwikkeling en implementatie van het MaaS concept, een uitstekende tool voor stedelijke verplaatsingen. Weggebruikers moeten vlot en op een eenvoudige manier toegang krijgen tot de verschillende vervoersalternatieven. De wetgever moet er hierbij voor zorgen dat data beschikbaar worden gemaakt en kunnen worden gedeeld. Er moet daarvoor meer worden samengewerkt op digitaal vlak, met alle vervoersaanbieders en ook tussen de verschillende politieke niveaus onderling.

We moeten buiten al het voorgaand zeker rekening houden met het steeds meer toenemende vrijetijdsverkeer. Een ware uitdaging omdat het zich ook mengt met het spitsverkeer. Op een of ander manier moet daar een antwoord op komen. Een van de mogelijkheden is voor Touring het ‘belonen’ om niet tijdens de spits te rijden. Dat kan met fiscale maatregelen.

Tenslotte is er de laatste jaren een ware ‘camionettisering’ aan de gang door het gigantische succes van de online-verkoop. Het rondbrengen van pakjes is dan ook fel toegenomen en de vraag is hoe we dat in de toekomst moeten aanpakken. Voor Touring moeten hier alternatieven zoals elektrische (bak)fietsen of scooters worden gestimuleerd. Maar in de toekomst zullen elektrische voertuigen in het algemeen ook van pas komen voor deze activiteiten.

 

MILIEU en FISCALITEIT

Door de verhoogde aandacht voor negatieve effecten van onze (auto)verplaatsingen op onze leefomgeving, wil Touring de negatieve gevolgen van het autoverkeer beperken. Dit kan door:

  1. milieuvriendelijke wagens (fiscaal) te stimuleren
  2. een milieuvriendelijke rijstijl aan te leren (via rijopleiding en voortgezette opleidingen)
  3. aanpassen van wegeninfrastructuur en digitale verkeersbegeleiding om een soepel verloop van het verkeer te waarborgen, essentieel voor het indijken van de uitstoot per gereden kilometer
  4. burgers bewust te laten omgaan met hun aantal autokilometers
  5. een systeem te creëren van intelligente kilometerheffing dat het gebruik van de auto en de redenen waarom, wanneer en waar beïnvloedt (rekeningrijden) 
  6. carpooling (fiscaal) te stimuleren
  7. autodelen aan te bieden en (fiscaal) te stimuleren
  8. verplaatsingen te voet, per fiets, per motor of met openbaar vervoer aan te moedigen
  9. tenslotte moet er werk worden gemaakt van het verder controleren en aanpakken van chauffeurs die een op onze wegen rondrijden met halve of hele wrakken of “vijfde-hands-voertuigen”. Vooral in de steden zijn deze een grote bron van vervuiling. De Lage Emissiezones zijn daarvoor een handige ingreep, maar de criteria kunnen voor Touring nog strenger en het systeem dient te worden uitgebreid naar meer steden.  

Eerst en vooral is het betreurenswaardig dat een probleem als de opwarming van de aarde uitmondt in straffe politieke verklaringen die eerder de sfeer uitademen van paniekvoetbal dan van een ernstig en doordacht milieubeleid dat op termijn tot bevredigende oplossingen moet leiden. Het creëren van een soort angstpsychose rond bedreigingen die mogelijks op ons afkomen, hebben dan ook geleid tot een overmatige politieke profileringsdrang in tijden van verkiezingen. Iedere politicus is geëvolueerd tot “redder der aarde”. In de wereld van vandaag waarin sensatie en het opkloppen van problemen schering en inslag is, vergt het politieke moed om tegen de sfeer van paniekerigheid in te gaan, om de zaken rationeel te bekijken, te analyseren op hun juistheid en omvang en de gepaste en correct gedoseerde maatregelen voor te stellen.

De (auto)fiscaliteit moet worden verlegd en niet verhoogd. Daarom is Touring voorstander van een volledige hervorming van de autofiscaliteit waarbij het gebruik en niet het kopen of bezitten van een voertuig wordt belast. Dat kan door de ontwikkeling van een intelligente kilometerheffing, of het zogenaamde rekeningrijden. Dat systeem moet echt wel sturend zijn om de congestie te verminderen, en moet gekoppeld worden aan andere mobiliteitsmaatregelen. Elke maatregel moet in een geheel worden bekeken in een masterplan. Bovendien moet het zeer duidelijk zijn: de hervorming van de autofiscaliteit mag niet leiden tot een gemiddelde kost die hoger ligt dan vandaag. Het kan niet dat men de koopkracht van de gezinnen nog verder afschuimt via hun auto. Touring wenst dat men in dit dossier coherent en oordeelkundig tewerk gaat. Een coherent beleid betekent dat men rekening houdt met het globale kostenplaatje voor de automobilist waarbij men zowel de federale als gewestelijke taksen in rekening brengt.

De omvorming van BIV of verkeerstaks, de invoering van een slimme kilometerheffing, de invoering van een wegenvignet: het zijn een hele rist denkpistes of genomen maatregelen die circuleren bij de gewesten, maar de opvattingen daarover verschillen van gewest tot gewest. Federale afstemming is nodig, want het liefst hebben we een nationaal systeem van slimme kilometerheffing en moeten we vermijden dat er in de drie gewesten, drie verschillende systemen worden ontwikkeld.

Omgekeerd: tegenover “betalen voor milieu”, staat ook “een fiscale ruggensteun - vanwege de overheid - voor “milieuvriendelijkheid”. Touring wenst hogere fiscale stimulansen voor een groter aantal nieuwe milieuvriendelijke wagens, elektrisch, hybride of LPG-wagens. Maar ook faciliteiten voor fietsers moeten meer stimuli krijgen zodat ze meer comfort wordt aangeboden en bedrijven en instellingen bijvoorbeeld investeren in douches en fietsparkeerplaatsen.

Werkgevers moeten tenslotte op vlak van loonbelastingen de mogelijkheid krijgen om te werken met een mobiliteitsbudget als deel van het loon, zodat de werknemer niet automatisch een bedrijfswagen krijgt. Daarom moet er dringend verder werk worden gemaakt van een verlaging van de loonlasten zodat het onderdeel “voordelen in natura” flexibeler wordt.

Het verplichten van het milieuvriendelijk rijden als onderdeel van de rijopleiding moet gestimuleerd worden door een extra bedrag te voorzien in de fiscale stimulansen voor een degelijke professionele rijopleiding  (zie eerder in de tekst)

 

EUROPA

Dat een en ander moet worden geharmoniseerd in ons land, met zijn versnipperde bevoegdheden, is duidelijk. Maar ook op Europees niveau zijn er mogelijkheden om bijvoorbeeld het treinnetwerk beter op mekaar af te stemmen of nog door uniformiteit te brengen in de verschillende criteria voor milieuzones in steden. De ‘betaalsystemen’ om deel te nemen aan het verkeer kunnen zeker ook op mekaar worden afgestemd en ‘Europese’ discussies vermijden zoals we hebben gekend bij de invoering van het wegenvignet voor Duitsland.