Brussel, 24 oktober 2024. Uit een nieuwe enquête van mobiliteitsorganisatie Touring, in samenwerking met de Duitse collega’s van ADAC, blijkt dat 34% van de Belgen vaak verblind wordt door de lichten van andere voertuigen. Een vijfde verklaart dat dit hen stress bezorgd en 18% gaat zelfs vermijden om in de duisternis te rijden. De resultaten zijn verontrustend, aldus Touring, want tijdens momenten van verblinding stijgt de kans op een ongeval. Zo geeft meer dan de helft van de voertuigbestuurders aan dat ze de omgeving van de lichtbron moeilijk kunnen inschatten.
De andere kant van de medaille toont dan weer aan dat 1 op de 5 voertuigen een of ander mankement heeft aan de voertuigverlichting, of dat de lichten niet goed afgestemd zijn, hetgeen ook verblinding kan veroorzaken. Dat blijkt uit een recent terreinonderzoek van Touring. Het is levensbelangrijk om te zien en om gezien te worden. Vergeten we niet dat zowat 60% van de ongevallen gebeurt bij duisternis. Voor lichten die niet reglementair zijn, kan men beboet* worden. Men doet er dus goed aan om dit regelmatig te laten checken, zeker bij een reparatie na een ongeval moeten de lichten opnieuw deugdelijk worden afgesteld. Elk jaar worden zowat 400.000 voertuigen in de technische controle afgekeurd alleen al omwille van een gebrek aan de dimlichten.
Uit de enquête van Touring en ADAC halen we nog opvallende resultaten:
61% van de Belgen draagt een bril of heeft lenzen om te rijden
69% verplaatst zich dagelijks met de auto, die veruit de populairste vorm van verplaatsen blijft Het fietsen staat met 14% op de tweede plaats
Een derde van de bestuurders kreeg de laatste 12 maanden te maken met slechte zichtbaarheid.
62% daarvan wijten dat aan duisternis, mist, felle regen, en sneeuw, 69% aan laagstaande zon of fel zonlicht.
49% knijpt de ogen half dicht om de lichtstoornis te verhinderen en 41% kijkt een andere richting uit. Daar staat tegenover dat 15% geen reactie geeft. 13% tenslotte knippert vaker met de ogen.
Gemiddeld 76% van de voertuigbestuurders die verblind worden door de lichten van anderen vindt dit ondraaglijk tot zeer vervelend.
Belgen worden vooral verblind door de grootlichten (verstralers) van andere voertuigen (77%). Uiteraard is dat minder (27%) bij de gewone dimlichten. Opvallend: 17% zegt verblind te worden door fietslichten.
61% vindt dat een systeem van automatische dimlichten die werken met sensoren de verkeersveiligheid hebben verbeterd
Slechts 9% beweert verblind te worden door straatverlichting. Maar 26% zegt wel niet tevreden te zijn met de straatverlichting. Dat kan te maken hebben met het feit dat de lichten in veel gemeenten worden gedoofd op een bepaald uur en dat de lichten op de autosnelwegen al enkele jaren gedoofd zijn bij duisternis. Touring dringt erop aan de lichten op de autosnel- en ringwegen aan te steken bij regenweer, bij een ongeval en aan verkeerswisselaars. Dat is de bedoeling volgens wat is overeengekomen, maar het gebeurt in de praktijk nauwelijks. Dat maakt rijden gevaarlijk, vooral omdat we weten dat de wegmarkeringen op veel locaties nauwelijks te zien zijn bij een nat wegdek en duisternis.
Touring besluit dat de nieuwste generatie auto- en fietsverlichting weliswaar veel helderder schijnt, maar ook meer verblindt. Touring vindt dat het design van koplampen van auto’s inherent veilig moet zijn en de kans op verblinding moet beperken. Onder andere door automatische hoogteregeling.
Tenslotte roept Touring elke autogebruiker ook op om regelmatig een check van de verlichting te doen of te laten doen. Ook fietsers nodigt Touring uit om de hoogteregeling van hun koplamp zo af te stellen dat andere fietsers er niet door gehinderd worden.
-einde persbericht-
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de Duitse mobiliteitsclub ADAC. 1.051 Belgen namen deel aan de enquête. Leden en niet-leden van Touring.
*De verkeerscode
De wet verplicht het gebruik van dim- of grootlichten vooraan en van de rode lichten achteraan, tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en ook wanneer het niet meer mogelijk is om duidelijk te zien tot op een afstand van 200 meter.
Rijden met één defect of fout afgesteld licht behoort tot een overtreding van de eerste graad en wordt gesanctioneerd met 58€ onmiddellijke inning. Rijden zonder lichten vooraan of achteraan behoort tot een overtreding van de derde graad en wordt met minimum 174€ beboet.
Het activeren van de mistlichten achteraan is verplicht wanneer bij mist of sneeuw het zicht beperkt is tot minder dan 100 m, evenals bij felle regen. Buiten die omstandigheden is het gebruik van de achter mistlichten verboden.
Rijden zonder mistlicht is een tweedegraads overtreding met een boete van 116€. Maar let op: rijden met mistlicht wanneer dit niet mag is ook een overtreding (eerste graad 58 €).