“Meer dan de helft vindt schoolomgeving onveilig”
Brussel, 20 november 2020. In een uitgebreide bevraging* peilde mobiliteitsorganisatie Touring onder meer naar het verplaatsingsgedrag van leerlingen van en naar de school en dit in normale omstandigheden, dus wanneer er geen coronacrisis zou zijn. Niet minder dan 37% van de leerlingen kiest voor de (elektrische) fiets als voornaamste (bijna dagelijks)** vervoermiddel. 58% wordt met de auto gebracht. Eigenaardig als je weet dat 40% van het woon-schooltraject minder dan 3 kilometer bedraagt. 27% doet de verplaatsing te voet en 22% gebruikt weleens het openbaar vervoer.
“Het aantal fietsende scholieren kan echt nog omhoog. Wetende dat een kwart van het spitsverkeer uit schoolverkeer bestaat, kan dit van grote invloed zijn op een reductie van de files.”
Er zijn grote verschillen tussen de gewesten, aldus Touring: in Wallonië wordt 73% van de leerlingen met de auto van en naar de school gereden, in Brussel is dat ‘slechts’ 48%. In de hoofdstad gaat men meer te voet (41%). Per fiets is er goed voor 24%. Dan doet Vlaanderen het met liefst 57% op dat vlak veel beter. Je zou verwachten dat in een stedelijk gebied, met kortere afstanden, meer mensen voor de fiets zouden kiezen. Dat is meteen de reden waarom in Wallonië slechts 7% voor de fiets kiest. Met 23% wordt er in Wallonië wel meer voor het openbaar vervoer gekozen dan in Brussel (19%) en Vlaanderen (15%).
De snelheid blijft het belangrijkste argument voor 1 op de 2 ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen. 35% wijst op het comfort en 31% op het gebrek aan openbaar vervoer. Wie met de fiets gaat, doet dat omwille van de efficiëntie (59%), de snelheid (37%) en/of het comfort (24%). Bij wie te voet gaat, zien we ongeveer dezelfde verhouding. Ook bij het openbaar vervoer geeft 35% de efficiëntie op als reden voor zijn keuze.
Veiligheid schoolomgeving
54% van de bevraagde ouders/grootouders vindt de schoolomgeving niet veilig. 71% wijst op de aanwezigheid van gemengd verkeer aan de school en hoewel men in 66% van de gevallen met de auto tot aan de schoolpoort kan rijden, is er bij 68% geen zogenaamde kiss & ride zone aanwezig. 87% van de scholen ligt in een zone 30 en in bijna de helft van de gevallen is er een verkeersopzichter ter plaatse. De schoolomgeving wordt vaak veiliger gemaakt door bijkomende maatregelen of inrichting van de infrastructuur: vlaggen, borden, figuren (42%), verkeersdrempels (27%) en wegversmallingen (16%).
Op de vraag wat de weggebruikers zelf voorstellen als maatregelen om de verkeersveiligheid te verhogen, antwoordt 48% een verkeersopzichter, 33% een betere signalisatie en wegmarkeringen. 28% kiest voor het afsluiten van de straat bij start en einde van de schooluren en nog eens 28% gaat voor verkeersdrempels. Het permanent afsluiten van de straat kan slechts voor 7%.
Touring wil het aantal fietsverplaatsingen aanmoedigen. “Er zit nog heel wat potentieel in het fietsgebruik, op voorwaarde dat de infrastructuur veiliger wordt. Hoe jonger men eraan begint, hoe sneller men de gevaren en verkeerssituaties kan leren inschatten. Vanaf 8 jaar kan een kind dat al zeer snel.” Touring vraagt dat begeleiders in het begin zoveel mogelijk meestappen of -fietsen. “De aldus opgebouwde ervaring bij kinderen leidt tot een veiliger verkeersdeelname. Ook de scholen zelf kunnen op dat vlak inspanningen doen, door bijvoorbeeld begeleid fietsen in groep uit te werken of een veilige route uit te stippelen. Tenslotte verwelkomen we het initiatief van minister Lydia Peeters om subsidies aan lokale besturen toe te staan voor het veiliger maken van schoolomgevingen”.
*onderzoek uitgevoerd door researchbureau Indiville in opdracht van Touring bij 3.700 respondenten (leden en niet-leden van Touring): de helft vrouwen, de helft mannen, 57% Vlaams Gewest, 32% Waals Gewest en 11% Brussels Gewest
**respondenten konden meerdere antwoorden geven op 1 vraag