“9 op 10 automobilisten ‘denken’ dat voertuig voorbereid is”
Brussel, 20 december 2021. Tijdens de wintermaanden (nov-feb) ontvangt pechverhelper Touring gemiddeld 200.000 oproepen voor pannes. Met de koude periode in het vooruitzicht vraagt Touring de Belgen om enige goede raad op te volgen om problemen te voorkomen of te verhelpen.
Uit eerder onderzoek van de organisatie blijkt dat automobilisten zichzelf, of liever, hun voertuig overschatten: 9 op de 10 beweert dat hun auto goed is voorbereid op de winter*, terwijl nog niet eens de helft een check-up laat doen in de garage.
Tijdens koude periodes wordt er door Touring meer personeel ingeschakeld, zowel in de alarmcentrale als op de weg. Het verplichte telewerk zorgt er ook voor dat de voertuigen minder worden gebruikt. En dat kan veel problemen veroorzaken met de batterij. Zowat 85% van de oproepen gaat daarover. Andere problemen hebben vooral te maken met lekke banden, bevroren brandstof of een probleem met de olie of de starter”. Touring wijst erop dat men er goed aan doet om een dikke jas of een dik deken in de auto te bewaren, want als men in panne staat dan is er meestal ook geen verwarming in het voertuig en koelt het snel af in de cabine.
Tips voor de auto
De komende nachten zal het vriezen en dan doet men er goed aan om enkele tips in acht te nemen om het risico van pech tot een minimum te beperken en dure reparaties te vermijden.
Middel tegen aan-wasemen: shampoo of huishoudproduct
Om het aanwasemen aan de binnenkant van het voertuig te vertragen, breng je met een doek een zéér weinig huishoudproduct of shampoo aan de ruiten.
Middel tegen vastgevroren sloten: vuilafstotende smering
Voor de weerspannige sloten spuit je best preventief een vuilafstotende smering in het mechanisme (vervolgens steek je de sleutel herhaaldelijk in het slot).
Wanneer je de wagen parkeert, gebruik je beter geen handrem.
Parkeer de auto best in versnelling.
Hybride en elektrische voertuigen
De vrieskou kan de autonomie van de batterij verminderen. Energievreters als airco en verwarming kunnen de autonomie ook aantasten en zelfs te snel rijden kan van invloed zijn.
De wagen voorbereiden
Volgende elementen moet men absoluut checken (en liefst vooraleer de echte winterkoude begint): batterij, koelvloeistof van de motor en antivriesvermogen, antivries voor de voorruit, ruitenwissers, lampjes voor en achteraan, banden. Is de motorolie vloeibaar genoeg? Zijn olie- en benzinefilter in orde?
Vlot starten
- zet de auto ‘s nachts binnen: dus ruim die garage op en maak plaats voor de wagen
- als dit niet kan, bedek dan zoveel mogelijk de motor met een deken
- zet de auto met de snuit uit de koude wind
- giet geen warm water op de ruiten maar maak ze vrij met een krabber
- of plaats een dik karton op de voorruit
- het is nutteloos om de motor eerst een tijd te laten draaien. Het is niet alleen slecht voor de motor, maar hij warmt nauwelijks op en je vervuilt nodeloos de lucht
- als de auto moeilijk start: schakel de koplampen even aan en uit om de accu te laten opwarmen, probeer terug te starten in één of meerdere korte pogingen (niet aandringen) terwijl je het koppelingspedaal indrukt. Bij het starten schakelt men best de energievreters uit (gps, cd, airco, verwarming en andere). Men doet er goed aan om eerst enkele minuten te rijden zonder de verwarming op volle kracht te activeren.
- Om de batterij op te laden, na een moeilijke start of na tussenkomst van de wegenwachter, moet je minstens 20 minuten of 30 kilometer rijden.
- recente auto’s beschikken over verscheidene rijmodi. Vaak is daar – naast een sportmodus - ook een ‘winter’ of ‘all wheather’-stand bij. Het valt bij sneeuw of ijzel maar ook bij hevige regenval sterk aan te bevelen deze in te schakelen zodat de auto minder brutaal accelereert en beter grip houdt.
Winterbanden zijn voor de winter
Winterbanden hebben bijzondere kwaliteiten en zijn doeltreffend bij lage temperaturen (onder de 7° Celsius). De belangrijkste eigenschap van winterbanden is dat ze soepel blijven. Ze zijn ook zeer efficiënt op een nat wegdek of op modderige wegen. Door het gebruik van winterbanden:
- bij 0° vermindert de remafstand met 6%
- bij –5° is dat –12%
- bij –10° is dat –20%
Bij glad wegdek of bij sneeuw
- geleidelijk optrekken, eventueel in een hogere versnelling starten om doorslippen te vermijden, zeker op een helling; lagere versnelling bij afdalen
- snelheid aanpassen, afstand bewaren
- rem op de motor bij het naderen van een obstakel of vooraleer je een bocht neemt (manuele versnelling)
- rem rustig af en wanneer je toch aan het slippen gaat: ogen gericht op de uitweg, niet op het obstakel en licht pompend remmen.
*enquête uitgevoerd door studiebureau iVOX iov Touring.