Touring is de vertegenwoordiger van elke mobiliteitsgebruiker en vraagt maatregelen inzake verkeersveiligheid, mobiliteit, milieu, fiscaliteit en gedragswijziging
Touring is ervan overtuigd dat Mobiliteit een basisrecht is voor elke burger. Het vrije verplaatsen door mensen op de manier en met de middelen die ze zelf kiezen of een combinatie van deze middelen in een systeem van multi-/co-modaliteit is ons uitgangspunt. Om mobiliteit groener, vlotter, veiliger en goedkoper te maken pleit Touring ervoor om de volgende zaken prioritair aan te pakken.
- Groene mobiliteit ondersteunen en aanmoedigen
- Een Marshall Plan voor vervoer en vervoerinfrastructuur met de nodige fiscale stimuli
- Mobiliteit als federale bevoegdheid
- Meer Europese ambitie en uniformering
- Meer digitale samenwerking tussen de mobiliteitsactoren
- Meer aandacht voor opleiding naar multimodaliteit
1. Groene mobiliteit ondersteunen en aanmoedigen
Een van de belangrijkste uitdagingen van de eeuw is ecologie en vervuilende-uitstoot (CO2, NoX) zoveel mogelijk te verminderen. Door de verhoogde aandacht voor negatieve effecten van onze (auto)verplaatsingen op onze leefomgeving, wil Touring de negatieve gevolgen van het autoverkeer beperken. Dit kan door:
- (deel-)milieuvriendelijke wagens (fiscaal) te stimuleren en verplaatsingen te voet, per fiets, per motor of met openbaar vervoer aan te moedigen
- een milieuvriendelijke rijstijl aan te leren (via rijopleiding en voortgezette opleidingen)
- aanpassen van wegeninfrastructuur en digitale verkeersbegeleiding om een soepel verloop van het verkeer te waarborgen, essentieel voor het indijken van de uitstoot per gereden kilometer
- een systeem te creëren van intelligente kilometerheffing dat het gebruik van de auto en de redenen waarom, wanneer en waar beïnvloedt (rekeningrijden)
- carpooling en autodelen (fiscaal) te stimuleren
Tegenover “betalen voor milieu”, kunnen deze ideeën eerder staan voor “een fiscale ruggensteun” - vanwege de overheid - voor milieuvriendelijkheid.
Er kan daarnaast werk worden gemaakt voor het verder ontraden van het gebruiken van wagens met een hoge CO²-NoX uitstoot. Vooral in de steden zijn deze een grote bron van vervuiling. De Lage Emissiezones zijn daarvoor een handige ingreep. Er kan ook gewerkt worden met zogenaamde congestiezones ipv LEZ. Dat moet verder worden bestudeerd. Bedoeling is dat alles kadert in een herziening in totaliteit van de autofiscaliteit. In ieder geval zijn sociale flankerende maatregelen nodig voor mensen die zich niet zomaar van de ene dag op de andere een nieuwe wagen kunnen aanschaffen. Onder andere via de slimme kilometerheffing kan daar op ingespeeld worden, maar ook door het voorzien van bepaalde premies of tegemoetkomingen en moet dat tot stand komen tegelijk met de uitbouw van alternatieven voor de auto zoals de uitbreiding van metro in de steden, projecten als het GEN (maar dan veel sneller uitgevoerd) en de aanleg van multimodale knooppunten met transitparkings.
Elektrische voertuigen moeten zoveel mogelijk worden gepromoot. Het opladen blijft echter een probleem voor veel potentiële kopers. Daarom zouden ondernemingen en privé (appartements-) gebouwen ondersteund moeten worden bij het ontwikkelen en plaatsen van oplaadinstallaties.
Tenslotte is er de laatste jaren een ware ‘camionettisering’ aan de gang door het gigantische succes van de online-verkoop. Het rondbrengen van pakjes is dan ook fel toegenomen en de vraag is hoe we dat in de toekomst moeten aanpakken. Maar een bestelwagen die pakjes levert voor vijf gezinnen is natuurlijk minder vervuilend dan 5 families die elk per auto boodschappen doen. Voor Touring moeten hier alternatieven zoals elektrische- bedrijfsvoertuigen, (bak)fietsen- of scooters worden gestimuleerd. In de toekomst zullen elektrische of elektrische autonome voertuigen in het algemeen ook van pas komen voor deze activiteiten. De nodige infrastructuur dient daarvoor te worden uitgebouwd, gaande van fietssnelwegen tot het gebruik van de busbanen voor bepaalde verplaatsingsmodi.
2. Marshall Plan voor vervoer en vervoerinfrastructuur
Om de toekomstige uitdagingen van mobiliteit met sereniteit aan te pakken moet er een Marshall Plan voor vervoer en vervoerinfrastructuur op stand komen. Dit Marshall Plan zou hand in hand gaan met een herdenking van mobiliteit.
Files, de slechte staat van het wegdek, het gebrek aan afneming-parkeerplaatsen en de grote ongelijkheid in efficiëntie en het aanbod van openbaar vervoer kosten de staat, bedrijven en collectiviteiten ieder jaar enorm veel geld. Door deze te vermijden zou onze economie maar gezonder worden.
Op het lokale vlak moet een beleid worden aangespoord maatregelen te nemen die gericht zijn op het zoveel mogelijk vermijden van conflictsituaties tussen de verschillende gebruikers van de weg. Voetgangers, fietsers, individuele of gedeelde, elektrisch of autonoom motorvoertuigen zouden zoveel mogelijk hun eigen plaats of beschikbaarheidsschema moeten krijgen en afhankelijk van de functie van de weg moet er meer of minder ruimte toegekend worden aan deze of gene weggebruikerscategorie. Het is ook belangrijk om ervoor te zorgen dat de Belgische mobiliteit de implementatie van digitale talen tussen (autonoom-)voertuigen niet mist, waarbij het openstellen van data, communicatie- en signaleringsinfrastructuren een cruciale rol spelen.
De (auto)fiscaliteit moet daarnaast worden verlegd en niet verhoogd. Daarom is Touring voorstander van een volledige hervorming van de autofiscaliteit waarbij het gebruik en niet het kopen of bezitten van een voertuig wordt belast. De invoering van een mobiliteitsbudget is een beslissende stap, maar kan niet volstaan. Touring pleit voor de ontwikkeling van een intelligente kilometerheffing, of het zogenaamde rekeningrijden. Dat systeem moet echt wel sturend zijn om de congestie en om de ecologische voetafdruk te verminderen. Die zou gekoppeld moeten worden aan andere mobiliteitsmaatregelen, zoals een vermindering van de rechtstreekse taksen voor de gebruikers op gedeelte-mobiliteit (bvb de BTW-tarieven te verlagen naar 6 % voor alle gedeelde mobiliteitsdiensten zoals deelwagens) of volledige aftrekbaarheid voor de bedrijven die de multimodaliteit aan hun werknemers bieden. Elke maatregel moet in een geheel worden bekeken in een landelijke masterplan. Een intelligente kilometerheffing baseert haar tarieven op het aantal kilometers die men aflegt, of nog het type weg waar men op rijdt of het tijdstip dat men zich in het verkeer bevindt. Maar ook hier kan niet voor iedereen het zelfde tarief gelden en moet er onderscheid worden gemaakt tussen mensen die lange afstanden moeten doen of op bepaalde uren verplicht zijn om te rijden om beroepsredenen of mensen die weinig alternatieven (openbaar vervoer?) ter beschikking hebben.
De versnippering van de bevoegdheden inzake mobiliteit, verkeersveiligheid en infrastructuur noopt echter tot de opmaak van een globaal masterplan, waarin alle facetten aan bod komen.
3. Mobiliteit als federale bevoegdheid
Om een dergelijk plan op het nationale niveau mogelijk te maken, moet mobiliteit op het federale niveau worden besproken. Misschien moet er een federale commissie mobiliteit in het leven worden geroepen zoals dat bestaat voor de verkeersveiligheid. Die commissie moet dan uiteraard evenwichtig worden samengesteld en uitgaan van een duidelijk afgelijnde agenda.
Het federale niveau moet verder inzetten op de toegankelijkheid van geïntegreerde mobiliteitsoplossingen door een wettelijk kader te creëren die ruimte biedt voor de ontwikkeling van nieuwe mobiliteitsdiensten in een open markt. De lokale en regionale regelgevingen moeten op elkaar afgestemd worden en met de buurlanden om de transparantie en het gebruiksvriendelijkheid voor de consument te vergroten. Touring vindt het daarom toch belangrijk dat de federale overheid - meer dan voorheen - overlegt met de gewesten teneinde de mobiliteit, die van kapitaal economisch en sociaal belang is, in goede banen te leiden. De omvorming van BIV of verkeerstaks, de invoering van het mobiliteitsbudget, een slimme kilometerheffing, de invoering van een wegenvignet: het zijn een hele rist denkpistes of genomen maatregelen die circuleren bij de gewesten, maar de opvattingen daarover verschillen van gewest tot gewest. Federale afstemming is nodig, want het liefst hebben we een nationaal systeem van slimme kilometerheffing en moeten we vermijden dat er in de drie gewesten, drie verschillende systemen worden ontwikkeld.
Belangrijk: de opbrengsten van gelijk welk fiscaal systeem zouden volledig moeten terugvloeien naar mobiliteitsoplossingen, alternatieven voor de wagen en infrastructuur.
Mobiliteit stopt immers niet aan de gewestgrenzen en ook niet aan landsgrenzen.
4. Europese ambitie en uniformering
Een nationale uniformering van met mobiliteit gerelateerde kwesties zou een goed begin zijn, maar waarom zou een uniformering voor mobiliteit op Europees niveau niet mogelijk zijn, aangezien de EU naar meer uniformering op andere gebieden streeft? Op Europees niveau zijn er mogelijkheden om bijvoorbeeld het treinnetwerk beter op mekaar af te stemmen of nog door uniformiteit te brengen in de verschillende criteria voor milieuzones in steden. De ‘betaalsystemen’ om deel te nemen aan het verkeer kunnen zeker ook op mekaar worden afgestemd en ‘Europese’ discussies vermijden zoals we hebben gekend bij de invoering van het wegenvignet voor Duitsland.
5. Open data en meer digitale samenwerking tussen de mobiliteitsactoren
In onze steeds meer digitale wereld bestaan er veel nieuwe middelen voor de verbetering van mobiliteit. De ontwikkeling van applicaties die weggebruikers helpen om hun verplaatsing te plannen, te ‘reserveren’ en uit te voeren met de best te verkiezen modi kan ook door de overheden worden gesteund. De vele startups die applicaties ontwikkelen kunnen zeker elke (financiële) steun gebruiken. Touring geeft hier zelf het voorbeeld door de ontwikkeling en implementatie van het MaaS (mobility as a service) concept, een uitstekende tool voor stedelijke verplaatsingen.
Weggebruikers moeten vlot en op een eenvoudige manier toegang krijgen tot de verschillende vervoersalternatieven. De wetgever moet er hierbij voor zorgen dat data beschikbaar worden gemaakt en kunnen worden gedeeld. Er moet daarvoor meer worden samengewerkt op digitaal vlak, met alle vervoersaanbieders en ook tussen de verschillende politieke niveaus onderling.
Touring pleit om openbare vervoersmaatschappijen, alsook private mobiliteitsoperatoren te verplichten om hun systemen (reis- EN tickettingdata) open te stellen voor mobiliteitsplatformen die, zoals Touring, een geïntegreerd multimodaal vervoersoplossing wensen aan te bieden. Toegang tot tickettingsystemen en transportinformatie moet op basis van een eerlijke en gerechtvaardigde kostprijs gebeuren, die rekening houdt met een redelijke marge voor de MaaS-platformen die deze dienst aanbieden.
De samenwerking tussen de verschillende operatoren (gedeelde mobiliteit en openbaar vervoersmaatschappijen) is essentieel tijdens de daluren en buiten de grenzen van de stad, waar flexibele, gedeelde mobiliteitsoplossingen soms een meer efficiënte, goedkope en milieuvriendelijke aanvulling op het openbaarvervoersnet is.
6. Opleiding naar multimodaliteit
Al voor het rijexamen kunnen toekomstige autogebruikers gesensibiliseerd worden rond mobiliteit gerelateerde kwesties zoals veiligheid, ecologie en alternatieve vervoermiddelen. Touring denkt dus dat deze kwesties al op school moeten besproken worden. De leerlingen van vandaag zijn de weggebruikers van morgen, en jong geleerd is oud gedaan.
Via het onderwijs en via de rijopleiding kunnen kandidaat bestuurders in een vroeg stadium verkeersveilig gedrag en efficiënte mobiliteitskeuzes. Er moet dus zeker meer worden geïnvesteerd in opleiding dan vandaag het geval is.
Door de laatste wijzigingen van de reglementering rond de autorijopleiding werd deze geprofessionaliseerd en dat is een goede zaak voor de verkeersveiligheid. Bedoeling is dat we bestuurders met meer bagage aan het verkeer kunnen laten deelnemen en dat was niet het geval met de vorige opleiding.
Het proces is nog niet af en de opleiding moet verder worden verfijnd en geperfectioneerd. De gewesten zijn hiermee belast en mee bezig. Minpunt is dat we nu een verschillende opleiding zullen krijgen naargelang het gewest. Touring waarschuwt in dit kader voor rijopleiding-toerisme en pleit nogmaals voor afstemming van de gewesten.