Eind april kondigde minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) plannen aan om de bedrijfswagens te vergroenen. Medio mei 2021 klopte de regering een akkoord af waarbij uitsluitend gefocust wordt op 100% elektrische wagens. En dat vinden we een jammere zaak. Een woordje uitleg.
Laten we eerst en vooral vermelden dat deze plannen deel uitmaakten van het federale regeerakkoord van september 2020. Het principe: nieuwe bedrijfswagens moeten tegen 2026 ‘broeikasgasvrij' zijn. In de praktijk zullen alleen 100% elektrische wagens vanaf dat moment volledig aftrekbaar blijven voor bedrijven. Al wordt die aftrekbaarheid voor elektrische wagens later ook afgebouwd tot het huidige niveau van wagens met een verbrandingsmotor.
Hoe belangrijk zijn bedrijfswagens in België?
Het begrip 'bedrijfswagen' is heel breed omdat het zowel de voertuigen omvat die bedrijven gebruiken voor hun professionele activiteiten (zoals bestelwagens), als de zogenaamde salariswagens. Die laatste mogen door de werknemers gebruikt worden voor hun professionele verplaatsingen, hun woon-werkverkeer en privé. Aan die twee categorieën moeten we ook nog de wagens van zelfstandigen en bedrijfsleiders toevoegen. Hoeveel van die voertuigen worden nu jaarlijks bij ons verkocht? Volgens Febiac zien de cijfers er als volgt uit:
Wat de gebruikte brandstof betreft (en dat interesseert ons vooral), kunnen we de volgende onderverdeling maken. Let wel: deze tabel toont enkel de cijfers voor de bedrijfswagens.
Broeikasgasvrije bedrijfswagens
Het belangrijkste punt in het akkoord voorziet in de afschaffing van de fiscale voordelen voor nieuwe bedrijfswagens als ze niet elektrisch of CO2-neutraal zijn. Het principe van de bedrijfswagen zelf wordt niet ter discussie gesteld. Althans voorlopig niet. In de praktijk zullen enkel 100% elektrische voertuigen 100% aftrekbaar blijven voor bedrijven. Bij alle andere categorieën, zoals hybrides, plug-ins en minder vervuilende brandstoffen als CNG (aardgas), worden de bestaande fiscale voordelen beperkt. Dat gebeurt geleidelijk aan vanaf 1 januari 2023 om te zakken tot 0% in 2028. De impact voor een niet 100% elektrisch voertuig dat vandaag 100% aftrekbaar is, ziet er als volgt uit:
- 2025 = 75%
- 2026 = 50%
- 2027 = 25%
- 2028 = 0%
Er is echter ook goed nieuws
Hoe kordaat deze maatregel ook mag lijken, het betekent wel dat de werkgever zijn personeel nog altijd een wagen met diesel- of benzinemotor kan geven. Er is nog altijd vrije keuze. De minister is echter stellig: "Vervuilende bedrijfswagens zullen niet langer kunnen rekenen op fiscale voordelen." Het andere (relatief) goede nieuws is dat deze maatregel pas vanaf 2023 van kracht wordt voor nieuwe wagens.
Of, zoals Mobia, koepelorganisatie boven Febiac, Renta en Traxio het verwoordt: het voorstel biedt juridische zekerheid zonder het bestaande wagenpark fiscaal te treffen. Tot slot zijn er voor de werknemer ook geen aanpassingen wat betreft het voordeel van alle aard (VAA). Dat VAA hangt nu al grotendeels af van de CO2-uitstoot van de wagen. Frank Van Gool van Renta vat het als volgt samen: "Wie wil investeren in een nieuwe wagen die nog CO2 uitstoot, zal 10 tot 25% meer betalen in vergelijking met de huidige fiscale regeling."
Maar er blijven nog heel wat vraagtekens
Michel Martens van Febiac wijst op de kern van het probleem. "De automobielsector investeert in de energietransitie, maar we vragen ons af of de gebruikers van bedrijfswagens en de overheid zelf wel klaar zullen zijn." Er zijn immers nog heel wat onduidelijkheden over groene stroom, het elektriciteitsnet, de uitrol van laadinfrastructuur, de laadkosten, de energiefactuur enzovoort.
De professionele organisaties vinden het dan ook te vroeg om in het beleid enkel te focussen op 100% elektrische wagens. Touring is dezelfde mening toegedaan: de deur moet minstens blijven openstaan voor plug-inhybrides en wagens uitgerust met andere schone technologieën. Autoconstructeurs hebben de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in schonere technologieën en zien die inspanningen nu overschaduwd door de eenzijdige blik op 100 % elektrische voertuigen.
Plug-ins zwaar bestraft als bedrijfswagen
Aangezien de nieuwe maatregel enkel rekening houdt met 100% elektrische wagens, zijn hybrides de facto uitgesloten. Dat geldt echter ook voor plug-inhybrides (PHEV's). Als we de recentste inschrijvingscijfers van Febiac bekijken, stellen we echter vast dat de meeste 'elektrische' wagens in werkelijkheid hybrides en plug-ins zijn. Dat is ergens logisch, want die modellen maken het mogelijk om een bepaalde afstand 100% elektrisch af te leggen (+/- 50 km), maar garanderen tegelijk een geruststellend rijbereik. Met 100% elektrische modellen is dat echter nog lang niet het geval. De laadinfrastructuur in ons land is op dit moment immers allerminst optimaal.
Wat de bedrijven betreft, beschikt bijna 45% al over elektrische wagens in zijn wagenpark, volgens de recentste barometer van Arval. Dat omvat zowel hybrides (HEV, 32%), plug-inhybrides (PHEV, 30%) als elektrische modellen (BEV, 24%). Arval verwacht dat het cijfer voor elektrische wagens zal oplopen tot 54% in 2024.
Liever informeren dan sanctioneren
Bij Touring vinden we dat "deze hybrides en plug-inhybrides een belangrijke overgangsfase zijn tussen de huidige situatie en 100% elektrische wagens." Aan de andere kant is er de terechte kritiek op plug-inhybrides dat de gebruikers hun batterijen niet of nauwelijks opladen en hun bedrijfswagen eigenlijk enkel gebruiken als wagen met verbrandingsmotor. Daardoor verbruiken ze heel wat meer fossiele brandstoffen.
Op dat vlak vinden we dat de ondernemingen hun werknemers duidelijk moeten maken hoe ze een dergelijke wagen optimaal moeten gebruiken. Namelijk: zo vaak laden als mogelijk, zodra het even kan. Op die manier kan maximaal in elektrische of hybride modus gereden worden, waardoor het verbruik van fossiele brandstof flink zakt.
Minister Van Peteghem wil niet enkel de fiscale aftrekbaarheid voor plug-ins afschaffen. Hij wil namelijk ook dat dergelijke modellen vanaf 1 januari 2023 nog maar 50% van hun brandstofkosten voor diesel en benzine kunnen aftrekken. De kosten voor elektriciteit zouden daarbij wel fiscaal aftrekbaar blijven. Een dubbele bestraffing, met andere woorden. En dan hebben we het nog niet over de moeilijkheden om rechtstreeks over te stappen op 100% elektrische modellen. Al was het maar door het gebrek aan infrastructuur.
Infrastructuur: enorme stappen nodig
Ons recente dossier over openbare laadpalen toonde al de tekortkomingen aan van die infrastructuur in België. Er zijn te weinig laadpalen en ze zijn vooral bijzonder ongelijk verspreid over het grondgebied. Als we de hoge aankoopprijs als grootste pijnpunt even buiten beschouwing laten, blijft de angst om stil te vallen eveneens een belangrijke factor. De minister van Financiën heeft echter een plan om het aantal laadpalen op te schroeven.
Hoe? Hij wil investeringen in laadpalen door bedrijven fiscaal stimuleren. Dat kunnen we alleen maar toejuichen, zolang de laadpalen op semipublieke locaties geplaatst worden tenminste. Op die manier kunnen ze buiten de werkuren, zoals 's nachts of in het weekend, door iedereen gebruikt worden. De gebruiker zou dan gewoon betalen om zijn wagen op te laden.
Vincent Van Peteghem denkt overigens al een stap verder: "Er kunnen ook laadpalen komen in appartementsgebouwen, bijvoorbeeld." De minister van Financiën wil namelijk niet alleen investeringen door bedrijven fiscaal aantrekkelijk maken. Hij stelt ook een gedeeltelijke aftrek (45 %) voor van de uitgaven die gebeuren door particulieren.
Dit is de mening van Patrick Piret (Traxio) over de voorstellen: "De voorziene subsidies voor laadpalen zijn volgens ons onvoldoende en er zijn ook te veel randvoorwaarden. Particulieren moeten bijvoorbeeld groene stroom kopen als ze gebruik willen maken van de fiscale aftrekbaarheid en ze moeten hun parkeerplaats beschikbaar stellen voor anderen die hun wagen willen opladen."
Bedrijfswagens en mobiliteitsbudget
Het regeerakkoord van 20 september 2020 vermeldt tevens een uitbreiding van het mobiliteitsbudget voor werknemers die momenteel geen aanspraak maken op een bedrijfswagen. De redenering is de volgende: het wagenpark van de Belgische bedrijven wordt veel sneller vernieuwd dan dat van particulieren. Die laatsten zijn nog een pak gevoeliger voor de dure aankoopprijs van elektrische wagens.
Mobia herinnert er bovendien aan dat het budget licht is aangepast. De eerste pijler maakt het gebruik mogelijk van een wagen waarvan de uitstoot niet meer dan 120 g CO2/km bedraagt (WLTP vanaf 01.09.21), om de minder gunstige waarden te compenseren van WLTP tegenover NEDC.
Volgens de eerder vermelde studie van Arval verwacht 74% van de middelgrote en grote ondernemingen dat gebruikers van bedrijfswagens geïnteresseerd zullen zijn in een mobiliteitsbudget als aanvulling bij hun bedrijfswagen. Ondernemingen met minder dan 100 werknemers zijn echter veel minder enthousiast.
Bovendien geeft 73% van de bevraagde bedrijven aan dat ze thuiswerk willen invoeren of uitbreiden voor hun medewerkers, wat een toename is met 16 procentpunten in vergelijking met 2020. Gemiddeld gaan ze uit van drie dagen thuiswerk per week. Dat is een van de redenen waarom het aantal afgelegde kilometers met bedrijfswagens volgens hen met 36% zal dalen. Ook hier zijn de ambities van de grote bedrijven duidelijk groter dan die van de kleine.
Niets voor particulieren!
Noch de minister van Financiën noch andere politieke instanties lijken echter aanstalten te maken wat betreft maatregelen voor particulieren. Nieuwe aankooppremies voor wie wil investeren in een elektrische wagen lijken niet op tafel te liggen. Hierdoor is er een sterk contrast met landen als Duitsland en Frankrijk, waar de premies kunnen oplopen tot 10.000 euro!
Conclusie
Heel wat economische sectoren die van ver of van nabij betrokken zijn bij bedrijfswagens zullen de maatregelen voelen. Net als de andere actoren in deze sector is Touring absoluut te vinden voor een vergroening van het wagenpark in het algemeen en van de bedrijfswagens in het bijzonder.
Het is echter belangrijk dat onze leiders daarbij op de juiste manier te werk gaan. 100% elektrische wagens zijn duurder in aankoop, er zijn onvoldoende laadpalen en dit type wagens is niet geschikt voor alle professionele doeleinden. We betreuren dan ook het standpunt over plug-inhybrides. Net die modellen maken voor veel automobilisten een vlottere overstap mogelijk.
Meest recente artikelen
Een kerstmarkt combineren met een citytrip?
Un après-midi ou une soirée au marché de Noël ne vous suffit pas? Combinez votre sortie avec la visite d’une ville, pour un jour ou un (long) week-end. Besoin d’inspiration? Voici quelques idées. © Pexels
10 tips voor je citytrip naar Stockholm
Zin in een weekendje Stockholm? Hier is een inspirerend lijstje met niet te missen bezienswaardigheden.
10 tips voor je citytrip naar Rome
Zin in een weekendje in het romantische Rome? Hier is alvast een inspirerend lijstje met niet te missen bezienswaardigheden.
10 tips voor je citytrip naar Wenen
Zin in een weekendje in het romantische Wenen? Hier is een inspirerend lijstje met niet te missen bezienswaardigheden.
10 tips voor je citytrip naar Lissabon
Zin in een weekendje Lissabon? Hier is een inspirerend lijstje met niet te missen bezienswaardigheden.
10 tips voor je citytrip naar Londen
Zin in een weekendje Londen? Hier is een inspirerend lijstje met niet te missen bezienswaardigheden.