Image
véhicules électriques et parkings souterrains
Elektrische voertuigen en ondergrondse parkeergarages, enkele regels om brandgevaar te beperken.


Met de evolutie van de belasting op bedrijfswagens worden elektrische voertuigen het enige fiscaal interessante alternatief voor bedrijven. Je zal dus moeten investeren in laadstations, vooral op je bedrijfsterrein. Maar wat zijn de regels? Een overzicht...



De elektrische auto zal alsmaar belangrijker worden in ons leven. En elektrische auto's impliceren laadstations. Zowel de openbare als de privésector zal zwaar moeten investeren in infrastructuur om de verplaatsingen en het opladen voor gebruikers te vergemakkelijken. Om de uitbreiding van het netwerk van laadstations een impuls te geven, heeft Vlaanderen in maart een verplichting ingevoerd om laadstations te installeren bij de bouw of renovatie van een gebouw.

Een bouwvergunning voor de bouw of renovatie van een niet-woongebouw (bedrijf) wordt nu alleen nog uitgereikt als voldaan is aan de eis om ten minste 2 oplaadpunten te hebben wanneer de parkeerruimte meer dan 10 plaatsen heeft. Bovendien moet de bekabeling zo gepland worden dat in de toekomst minstens 25% van het parkeerterrein van laadpalen kan worden voorzien. In 2025 zal deze verplichting zelfs uitgebreid worden tot alle bestaande niet-woongebouwen.


Brandgevaar?

Hoewel Wallonië en Brussel een dergelijke maatregel nog niet hebben aangekondigd, zal dat binnenkort wel gebeuren. Het is dan ook tijd dat bedrijven zich erop voorbereiden. Maar wat als je parkeergarage ondergronds is? Men zegt vaak dat laadstations een ontploffingsrisico inhouden of dat elektrische auto's tijdens het opladen gemakkelijk vlam kunnen vatten. Wat zijn nu de echte risico's en voorschriften als het gaat om elektrische auto's en ondergrondse parkeergarages?

We vroegen het aan Bart Massin, oprichter van het bedrijf Stroohm, dat gespecialiseerd is in de installatie van laadpalen. En hij stelt ons gerust: "We horen van alles en nog wat over elektrische auto's en ondergrondse parkeergarages, en dat is jammer. Helaas komt dat vaak door negatieve berichten in de pers. Een enkel incident met een elektrische auto haalt de krantenkoppen, terwijl er regelmatig incidenten met auto's met verbrandingsmotor zijn die het nieuws niet halen.”

hij gaat verder om een en ander in de juiste context te plaatsen: "Verschillende studies hebben aangetoond dat het brandrisico van een elektrisch voertuig niet groter is dan dat van een model met verbrandingsmotor. Integendeel zelfs. Veel onderdelen van de huidige auto's met verbrandingsmotor zijn van kunststof, ook de brandstoftank, waardoor ze zeer ontvlambaar zijn. En wanneer benzine of diesel ontsnapt en in brand vliegt, vliegen ook alle omliggende auto's in brand, met explosies tot gevolg.”


Geen hoger risico

In elektrische voertuigen is de batterij echter zo goed beschermd dat ze zelden ontbrandt. Het duurt even voor de batterij vuur vat. Wanneer ze een kritieke temperatuur bereikt, vat ze automatisch vuur, wat thermisch doorslaan genoemd wordt. Maar in de meeste gevallen is het dus mogelijk om de brand onder controle te krijgen voordat de batterij dit thermische doorslagpunt bereikt. Wanneer dit toch gebeurt, is het wel moeilijker om een brand in een EV te blussen, door de hoge temperatuur van de batterij.

Er is immers 10.000 liter water nodig om een batterij te koelen. En zelfs wanneer het vuur onder controle lijkt te zijn, kan er in de batterij kortsluiting ontstaan, waardoor de temperatuur weer gaat stijgen, met als gevolg dat het vuur weer oplaait. Daarom worden brandende elektrische voertuigen als voorzorg in met water gevulde containers geplaatst.

Zo is er geen risico dat de brand weer oplaait. Bij een voertuig met verbrandingsmotor haal je gewoon de batterij eruit en plaats je die in een bak waarin hij past. Dat is natuurlijk veel minder spectaculair. Maar absoluut gezien is de kans op brand bij een EV veel kleiner dan bij een auto met verbrandingsmotor.

Volgens een recente Duitse studie zouden EV's en PHEV's slechts verantwoordelijk zijn voor een tweecijferig aantal van de gemiddeld ongeveer 15.000 voertuigbranden per jaar. En dit cijfer zal de komende jaren waarschijnlijk nog verder dalen, aangezien de constructeurs momenteel werken aan nieuwe "solid-state" batterijen, die lithium-ionbatterijen zouden kunnen vervangen.

Deze solid-state batterijen hebben het voordeel dat ze bestand zijn tegen een veel groter temperatuurbereik (van -20°C tot +100°C), waardoor het brandrisico fors vermindert.


Geen wettelijke verplichting

In tegenstelling tot bijvoorbeeld auto's op LPG is de toegang tot ondergrondse parkeergarages voor elektrische auto's niet beperkt. Het is trouwens niet ongewoon dat in deze parkeergarages ook laadpalen staan. "Maar tot nu toe waren er geen duidelijke regels voor het plaatsen van laadpalen”, vervolgt Bart Massin. "Elke brandweerzone had haar eigen regels, afhankelijk van haar ervaring.”

De vereniging FireForum, die bestaat uit federaties, actoren uit de sector – waaronder Stroohm – en brandweerlieden, heeft zich daarom over de zaak gebogen. En na een jaar werk heeft de vzw onlangs, op 16 september, een "Praktijkcode brandveiligheid" uitgebracht met als thema "Elektrische voertuigen op parkeerterreinen". "De regels in dit 40 bladzijden tellende document zijn vooral adviezen en geen wettelijke verplichtingen, maar ze kunnen zeker als basis dienen voor toekomstige wetgeving", zegt onze gesprekspartner. "Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijvoorbeeld heeft er al 80% van overgenomen. Wij hopen dat Wallonië en Vlaanderen zullen volgen.”


Audit, onderhoud en controle

Men zegt weleens dat het verboden is om een laadpaal te plaatsen onder het niveau -1 van een ondergrondse parkeergarage. "Dat is totaal fout", stelt Bart Massin met klem. “Je kan laadpalen overal plaatsen, maar er moeten wel bepaalde veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.”

Een bedrijf dat in zijn ondergrondse parkeergarage laadpalen wil plaatsen, moet eerst het brandrisico laten analyseren door een gespecialiseerd en erkend bedrijf. Dit is een wettelijke verplichting om ervoor te zorgen dat de installatie vrij is van gebreken. Dat bedrijf moet ook om de drie maanden een visuele controle van de laadpalen uitvoeren om na te gaan of ze in perfecte staat verkeren. De beheerder van de parkeerplaats kan deze controle zelf uitvoeren. Dit omvat de controle van de elektriciteitskasten, kabels en eventuele schade, zoals verkleuring van materialen door oververhitting.

Eenmaal per jaar moet hij een preventief onderhoud van de brandbeveiliging van zijn installatie laten uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf. In geval van een storing of defect moet elke interventie ook door een erkend bedrijf uitgevoerd worden.


Bescherming van de laadpalen

De parkeergarage moet uitgerust zijn met brandluiken en -deuren om te voorkomen dat een brand zich uitbreidt naar andere ruimten. Ze moet ook voorzien worden van een noodknop bij de ingang, zodat de brandweer onmiddellijk de stroomtoevoer naar alle laadpalen kan afsluiten.

De laadpalen zelf houden geen specifieke risico's in, afgezien van mogelijke oververhitting tijdens het laden in geval van een defect. Maar de eigenaar van de parkeergarage moet bepaalde maatregelen nemen om te voorkomen dat voertuigen weer contact maken met de laadeenheden. Dit vereist de installatie van aanslagpunten op de grond, aanrijbeveiliging rond de laadpaal en plaatsing van de laadpaal op voldoende hoogte, buiten het bereik van een voertuig, indien hij tegen een muur gemonteerd is.

Afhankelijk van de grootte van de parkeergarage kan de installatie van een ventilatiesysteem noodzakelijk zijn. Een branddetector installeren is enkel verplicht als de geïnstalleerde laadpalen een laadcapaciteit hebben van meer dan 50 kW.

"Dit vat de meeste regels samen, en het zijn er uiteindelijk vrij weinig", besluit Bart Massin. "Het belangrijkste is het onderhoud en de controle van de laadpalen om storingen en defecten te voorkomen." Deze regels kan je rechtstreeks downloaden van de website van FireForum.


Nooit verlengsnoeren!

Bart Massin waarschuwt voor het gebruik van "huishoudelijke" laadkabels, de kabels die bij het voertuig geleverd worden en waarmee je je voertuig thuis aan een traditioneel stopcontact kan opladen. "Deze kabels zijn natuurlijk volkomen veilig voor normaal gebruik. Maar sommige bestuurders gebruiken verlengsnoeren om de lader aan te sluiten, omdat hun stopcontact te ver van het voertuig verwijderd is. Wees voorzichtig, want telkens wanneer je een kabel op deze manier verlengt, bestaat het risico dat de elektriciteit met lucht in contact komt en dat er zo brand ontstaat. Bovendien geldt: hoe langer een kabel is, hoe meer elektrische weerstand er is en hoe groter het risico wordt op oververhitting.” Daarom laad je beter rechtstreeks op aan een laadpaal in plaats van met een gewoon netsnoer, vooral als je een verlengkabel moet gebruiken, en al zeker omdat de laadtijd hiermee fors kan oplopen.

Verboden om een laadpaal te plaatsen onder het niveau -1 van een ondergrondse parkeergarage? "Dat is totaal fout", stelt Bart Massin, oprichter van Stroohm, met klem.


De expertise van Touring ten dienste van je elektrisch voertuig

Bij het depanneren van je elektrisch voertuig houden onze wegenwachters zich strikt aan de veiligheidsvoorschriften. Voor elke test of interventie aan je voertuig wordt de stroom uitgeschakeld. Is er mogelijk gevaar? Dankzij onze knowhow kunnen wij een risicoanalyse maken voordat wij overgaan tot de herstelling.